86 achtte echter van een opzettelijk misdrijf geen sprake te zijn. De heer Lek had mej. Dekker geadviseerd de portemonnaie terug te bezorgen, maar deze meende dat zij daardoor een schijn op zich zou laden. Dat heeft zij. naar de meening van den heer Lek, nu nog veel meer gedaan tot haar schade, temeer omdat zij den burgemeester en den dokter geenszins op haar hand had. Spreker gispte zwaar de houding van deze beide autoriteiten, daar zij medewerkten aan brieven gericht aan den Officier van Justitie en Ged. Staten, hetwelk zij in geenen deele kunnen verantwoorden. Hoe slecht de zaak van het Gerechtshof te Amsterdam ook afgeloopen is, toch is uit de behandeling gebleken, dat men niet aannam, dat bij mej. Dekker opzet in het spel was. Spreker betoogde, dat de heele zaak neerkomt op een geheele reeks van persoonlijke feiten: mej. Dekker moest en zou weg, omdat de dokter meende dat mej. Dekker hem schade deed in zijn praktijk en omdat wethouder gebelgd was omdat zij hem openlijk aan de kaak heeft gesteld. Dit zijn volgens spreker de drijjveeren van de handelingen van B en W. en van den dokter te St. Pancras. Spreker vertelde dat de dokter aanvankelijk van mej. Dekker zeer goede referenties had gegeven: later heeft hij den procureur-generaal een brief geschreven van tegenge stelde strekking. Hoe dat te rijmen is, begrijpt spreker niet. De burgemeester laat zich teveel leiden door anderen; spreker is ervan overtuigd dat de burgemeester persoonlijk nooit op deze wijze had opgetreden; daaruit verklaart de spreker ook dat de burgemeester persoonlijk met de zaak zeer verlegen zit. Op een vraag van den commissaris zei de spreker dat de vereeniging van doctoren heeft geconstateerd dat mej. Dekker voor haar werk over alle goede kwaliteiten be schikt en dat vele doctoren gebelgd zijn over de houding van dr. Melchior. De commissaris noodigde vervolgens den burgemeester uit, zijn standpunt uiteen te zetten. Deze verklaarde dat hij, hoewel het hem toeschijnt dat hij hier wordt aange vallen, steeds alles heeft gedaan om mej. Dekker uit de gevangenis te houden. Verder merkte de burgemeester op dat de heer Lek de kwesties van rechtsvervolging en van gratieverzoeken in elkaar heeft gevlochten en daardoor een scheeve voorstel ling van de zaak gegeven had. Ook verklaarde de burgemeester dat de gemeenteraad na zeer ampele besprekingen tot de conclusie was gekomen, dat men mej. Dekker niet kon houden. Wel erkende hij, dat hij een fout begaan heeft door aan den procureur - generaal een brief te schrijven waarin hij vroeger gedane verklaringen terugriep, juist met het oogmerk om mej.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2000 | | pagina 90