l)e commissaris der Koningin. Jhr. Mr. Dr A. Röel deed voorlezing van de stukken,
waarin het verloop van de bekende rechtszaak werd geschetst en de besluiten van den
gemeenteraad en het bezwaarschrift van mej. Dekker werden besproken.
Vervolgens las de voorzitter een brief van B en W. van St. Pancras voor. waarin ge
meld wordt, dat de geheele bevolking der gemeente zich door het vrijsprekend vonnis
teleur gesteld voelde, daar zij er zich van overtuigd hield, dat het wegnemen van de
portemonnaie ten huize van den heer Duif niet aan een toeval kan worden toegeschre
ven.
De commissaris maakte hierbij een opmerking, dat. hoewel B en W. dezen brief aan
Ged. Staten hebben verzonden, zij bij de arrondissements-rechtbank te Alkmaar een
verzoek hebben ingediend, de rechtsvervolging in te trekken Deze beide brieven kun
nen elkaar niet dekken.
De voorzitter schetste vervolgens het verloop der besprekingen dezer zaak in den ge
meenteraad. een verloop, dat ten gevolg had. dat de gemeenteraad met 4 tegen 3
stemmen besloot mej. Dekker ontslag te geven, welk besluit thans aan de goedkeuring
van Ged. Staten wordt onderworpen.
B en W. motiveeren dit besluit door er op te wijzen dat mej. Dekker door haar ver
oordeeling het vertrouwen der bevolking verloren heeft.
Mej. Dekker stelde daartegenover dat haar veroordeling tot drie maanden gevange
nisstraf door den Minister van Justitie is veranderd in een boete van f 100.- zoodat er
geen aanleiding bestaat tot de bewering dat zij het vertrouwen zou hebben verloren.
Mej. Dekker schrijft het ongunstig verloop toe aan persoonlijke motieven
De voorzitter deelt mede dat hij den burgemeester van St. Pancras heeft verzocht hem
den brief van Dr. Melchior te doen toekomen die dezen aan den Officier van Justitie
hee ft geschreven, een brief waarvan bedoelde dokter thans spijt schijn te hebben. Van
deze brief heeft de Commissaris der Koningin afschrift ontvangen.
(In deze brief schreef dokter Mechior dat de vroedvrouw slechts zeer zelden zijn hulp
had ingeroepen en er beslist meer gevallen moesten zijn geweest waarbij ze zijn hulp
beter had kunnen mroepen voor een tangverlossing, waardoor ze de betrokken
kraamvrouw narigheid had kunnen besparen)
Mej. Dekkers standpunt werd verdedigd door den heer K.Lek. lid van den gemeente
raad van St. Pancras. Deze erkende dat mej. Dekker met deze portemonnaie een ver
gissing begaan had. daar zij haar niet aan den eigenaar terug durfde geven. Hij
85