82
De Geneeskundig Inspecteur van Nd. Holland maande de raad eveneens om de vroed
vrouw beter en naar behoren te belonen.
Maar alles was tegen dove-mans-oren gezegd.
Een scheve schaats
Een jaar of vier later werd in het dorp verteld dat de vroedvrouw bij Jaap Duif een
portemonnaie met inhoud had gejat.
Toen dit bij de heren van de raad bekend werd, dachten ze dat dit een geval voor de
rechter was. Indien juffrouw Dekker veroordeeld zou worden, en dat zou naar hun me
ning stellig gebeuren, werd hun daarmee een handvat geboden om haar als gemeente
ambtenares te kunnen ontslaan, want zo iemand kon je toch niet handhaven.
Een raadsmeerderheid was van menmg dat ze beslist vervolgd moest worden, de min
derheid oordeelde dat dit niet tot de competentie van de raad behoorde.
In eerste instantie sprak de Alkmaarse rechter haar vrij.
Zelf vertelde juffrouw Dekker dat de gang van zaken als volgt was geweest:
"Ik was op visite bij de familie Duif. Wanneer ik ergens op visite ben, houd ik in de
regel mijn huissleutel en portemonnaie ui de hand. Op een gegeven moment zag ik de
bewuste portemonnaie op tafel liggen en schoot door me heen: Je mag wel beter op je
portemonnaie letten, nu heb je dat dmg daar zo maar neergelegd. Dus ik pakte geheel
te goeder trouw de portemonnaie en stopte die in mijn tas.
Even daarna beweerde mevrouw Duif dat ik haar portemonnaie had gestolen. Ik keek
in mijn tas en zag alleen de mijne, dus ontkende ik pertinent dat ik haar eigendom in
mijn bezit had.
Toen ik weg was, is mevrouw Duif naar de politie gegaan om me aan te klagen.
Enkele dagen later schrok ik me wezenloos Onder de bodem van mijn tas voelde ik een
portemonnaie, die daarheen moet zijn gegleden. Aanvankelijk durfde ik hier niet voor
uit te komen. Later ben ik toch naar de politie gegaan om te vertellen dat ik de porte
monnaie van mevrouw Duif had gevonden
In feite betekende de vrijspraak van Wiesje Dekker een streep door de plannen van de
Pancrasser raad: nu was er geen grond meer om de vroedvrouw te ontslaan