81
Eind 1919, dus enkele maanden later, lagen zowel op de Pancrasser- als de Koedijker
raadstafel verzoeken tot een royaler beloning van de vroedvrouw.
Mej. Dekker had zelf een verzoek geschreven en dit werd ondersteund door een bege
leidende brief van de Bond van Gemeenteambtenaren, waarin de bewermg van de
vroedvrouw dat ze te karig werd beloond en er daarvan niet kon komen, volledig werd
onderschreven.
In St. Pancras werd geoordeeld: Ze ontvangt van ons, gemeente en armbestuur, 400,—
Koedijk doet daar nog 100, bij Gemiddeld heeft ze hier 35 verlossmgen per jaar
Daarnaast heeft ze die van het Zuideinde en van Oudorp en voor elke verlossmg ont
vangt ze 8,- tot 15,- dus komt ze wel op 1000,-- Meer dan voldoende
Enkele stemmen uit de raad waren:
- Als ze niet genoeg heeft, moet ze gaan
- Dat de Bond adresseert, ligt voor de hand Dat is hun werk. Maar dat ze zelf, na wat
er gebeurd is, met zo'n verzoek durft te komenIk wil er niets meer van zeg
gen, doch ik ben niet voor een verhoging.
- Toen ze solliciteerde wilde ze zo graag benoemd worden en was het haar niet om het
vele geld te doen
- We moeten het persoonlijke er buiten laten. Een bedrag van 1000,- per jaar is met
zoveel, maar aan de andere kant behoeft ze ook weer niet veel meer dan een werk
man te verdienen Daarom stel ik voor om haar 100,-- voor het gebruik van een
fiets te geven.
Slechts één raadslid wilde 100,- verhoging geven. Een ander had nog wel 50,- wil
len geven, maar de rest van de raad gaf hieraan geen gehoor.
In Koedijk stelden B. en W. voor om hun bijdrage aan het salaris van mej Dekker met
100,— te verhogen. De raadsleden vonden dit te weinig en in tegenstelling met het
voorstel van B. en W. kreeg de vroedvrouw voortaan van Koedijk geen 200,— maar
werd dit zelfs 300,—. (dus van 100,— naar 300,- voor het Zuideinde)
Door derden werd druk uitgeoefend op de raad van St. Pancras om het salaris van de
vroedvrouw te verhogen. Op 6 sept. 1920 werd in de raadsvergadering meegedeeld dat
Gedeputeerde Staten hadden gevraagd haar een salarisverhoging van 200,— te geven.
Enkele maanden later verzocht de Nederlandse Maatschappij van vrouwelijke verlos
kundigen de jaarwedde van Mej. Dekker per 1 jan. 1921 te brengen op 800,—.