Vroedvrouwen. 63 Verondersteld mag worden dat het beroep van vroedvrouw bijna even oud als de mensheid is. De behoefte aan hulp bij een bevalling zal men reeds vroeg gevoeld hebben. In het begm van de Bijbel (Exodus 1) wordt verteld dat de afstammelingen van aartsvader Jacob, omstreeks 1500 jaar voor Christus m Egypte werden onderdrukt door de daar toen heersende Farao's. In dit verhaal worden twee met name genoemde vroedvrouwen geprezen om hun menslievendheid: ze trotseerden het gebod van de Farao om de mannelijke Joodse baby's bij hun geboorte te doden. Evenals dit bij de meeste andere beroepen in de oudheid gebeurde, moesten de vroedvrouwen hun kennis en vaardigheid m de praktijk opdoen Een 'vrouw in ar beid' werd gedurende haar moeilijke uren omringd door andere vrouwen die uit eigen ervaring wisten wat het inhield een kmd te krijgen en zowel de kraamvrouw moed inspraken als de gebeurtenis van commentaar voorzagen. Tijdens zulke sessies zullen sommige omstanders, die iets meer oog hadden voor het in gang zijnde bevallingsproces, meer kennis van zaken hebben gekregen dan de andere omstanders en indien dit werd opgemerkt, werden zij speciaal gevraagd om 'tijdens de ure des gevaars' een kraamvrouw bij te staan. Enkele veel gevraagde vroedvrouwen waagden het om de door hen meegemaakte 'bevallingen' op te schrijven en zo'n 'Memory Boeck van de Vrouwens' kon vervol gens als theorieboek dienen voor jongedames, die bij een vroedvrouw 'praktijklessen' volgden (Rond 1700 verscheen een dergelijk boek te Dokkum) Dat de vroedvrouwen op deze manier voor hun ambt werden klaargemaakt blijkt ook uit een archiefstuk van de gemeente Langedijk. Het wordt vermeld in het boek "Tussen Buitenland en Luizenknip" en luidt aldus: terwijl zijn gemelde huisvrouw Maartje Jansdr. mede haar brood helpt soeken door het iverig leeren van het vroetvrouwsampt - eerst bij haar peet die hier destijds vroedmoer was en nu bij Caatjemoer die tegenwoordig onse vroedmoer is, welke haar tot adsistent gebruykt om in tijde van noot ook een kint in haar plaats te kunnen roeijen, gelijk desselve Maartje Jansd. op

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 2000 | | pagina 67