Op een avond was de dokter 's avonds laat nog een hele
tijd geweest. Toen hij vertrok, zei hij: Nu redt hij het
wel, hij slaapt en laat hem maar uitslapen Vandaar dat
de gordijnen de volgende morgen lang gesloten bleven.
De buurvrouw zag dat en trok een verkeerde conclusie.
Omdat ze wel iets hoorde, klopte ze aan bij de familie
Miessen en stapte met een bedrukt gezicht naar bmnen
en vroeg "Mag ik Jaap nog even zien, buur
Jaaps vrouw knikte en opende de deuren van de bedstee.
Daar lag Jaap: Een bleek hoofd met gesloten ogen op een
wit kussen zijn handen gevouwen op de dekens. En zei:
"Heden overleed Jaap Miessen m de ouderdom van
acht en dertig jaren."
"Hij liegt het, hoor buurvrouw" zei Jaaps echtgenote
Ook pleuris (pluritus) kwam voor.
"Omstreeks 1930, ik was toen een jaar of tien oud, kreeg ik pleuris. Het duurde on
geveer negen maanden eer ik beter was. Zolang ik koorts had, en dat was geruime
tijd, mocht ik van dokter Destrée beslist niet uit bed en werd ik in natte verbanden
gewikkeld, want het moest goed broeien."
Ruim vijftien jaar eerder kreeg de vader van Nel Busscher dezelfde ziekte. De man
was al niet zo sterk en de omgeving dacht, dat hij kou had gevat aan de waterkant,
want hij was een verwoed hengelaar. Vader Busscher kreeg hoge koortsen, de ziekte
sloeg over naar de hersenen. Dokter (een hele lieve man, die in een glazen koets
reed) was van oordeel dat de kans op herstel uiterst klein was en indien dit wel ge
beurde, de patiënt vermoedelijk levenslang verlamd zou wezen en ook zouden zijn
verstandelijke vermogens ernstig aangetast zijn. Busscher heeft de ziekte met over
leefd.
Er werd wel eens gezegd dat pleuris het begin van t b c. kon zijn.
"Mijn man werd ziek, hij had de 'gelmg' en vervolgens kreeg hij allemaal blauwe
plekken op zijn benen Toen ik dit laatste aan de dokter vertelde, reageerde die met te
zeggen: 'Dat kon wel eens niet zo best zijn.' Hij moest naar het ziekenhuis voor on
derzoek en daar constateerden ze reeds spoedig long t b c., hij had een caverne (open
wond in de longen). Eerst kwam er bij ons huis een groen tentje met een wit ledikant,
Jaap Miessen
12