96
meiden de leeftijd van 12 jaar bereikte, werd voor haar daaruit een nieuwe fiets gekocht
en wanneer we 18 werden, kregen we van hem een horloge".
Zoals veel huisartsen in die tijd, had dokter Destrée een eigen apotheek. Juffrouw Jannie
Bakker, één van de gezusters Bakker uit Broek, deed voor Destrée het apothekerswerk
en ze deed dit eveneens voor dokter Verdonk uit Broek op langedijk. (De beide andere
zusters hadden daar een manufacturenwmkeltje). Het werk van Jannie bestond uit het
afwegen en samenstellen van de medicijnen, waarvoor dokter Destrée de recepten had
geschreven. Ook draaide zij zelf pillen - in die tijd waren er nog maar weinig farmaceu
tische specialiteiten op de markt en veel artsen wantrouwden deze voor-gefabriceerde
medicijnen. Om het aan elkaar plakken van de pillen tegen te gaan, gebruikte Jannie
talkpoeder.
Zodra de grote bruine flessen uit de apotheek leeg waren, moest Willem deze evenals
andere medicijnflesjes sorteren en schoonmaken Met zijn baantje verdiende Willem
24,- per week het bezorggeld. Geen wonder dat in die tijd, toen er veel werkloosheid
was door 'stempelaars' wel eens met jaloerse ogen naar hem werd gekeken.
hi de oorlog liet Destrée achter in de tuin door Zeegers een klem schuurtje bouwen.
Daarm kreeg een koe, Roosje geheten, onderdak. Het dier werd aan de zorgen van Wil
lem toevertrouwd en ook moest hij de koe melken. De melk werd afgeroomd en van de
room maakte Willem boter. De helft van de opbrengst was voor de dokter, de andere
helft was voor de familie Schuur.
(Bertus Vethaak, die een boerderij had in Oudorp, leende wel koeien uit. De lener mocht de melk hou
den en moest zorgen voor voer en onderdak - als er een kalfje ging komen, moest de koe terug naar de
boerderij).
Na de oorlog kwam het verplichte ziekenfonds en ging Willem over van het particuliere-
naar het van het rijkswege ingestelde fonds. Op den duur beviel hem dit werk, met de
daaraan verbonden administratieve rompslomp, niet. Hij zag om naar iets anders en
vond werk bij de Dienst Uitvoermg Werken. Hij zette een punt achter zijn bezigheden op
en om het dokterserf en verhuisde met zijn gezm naar Bovenweg 10, de ene helft van
een dubbel woonhuis, dat hij omstreeks 1936 had verlaten. (De andere helft werd be
woond door raadslid Muurling). Willem werkte nog een aantal jaren in D.U.W.- ver
band. Vervolgens kreeg hij een pensioentje en verrichtte hij karweitjes voor diverse
personen, o. a. was hij nog enige tijd koster van de N.H. kerk.
