Mijn beide ouders hadden jongere zusters. Op de foto van blz. 137 ont
dekte ik mijn vaders enigste zuster Annie precies achter mevrouw Kok. En
moeders jongste zuster Jannie (nu is ze 80 jaar oud) zit precies voor bakker
Kok
Deze beide meisjes waren vriendinnen van elkaar en ze kwamen vaak bij
ons in huis en probeerden dan de een of andere grap uit te halen, maar
meestal was mijn vader hen net iets te vlug af.
Later kwamen we Klazien en Dirk veel bij ons in huis. Na hen hadden we
kinderen van families, waarin de moeder was overleden.
In de oorlog waren het kinderen uit de stad, later de kinderen van buurman
Scharloo, (Scharloo was onderwijzer aan het Baken in de eerste naoorlogse jaren) die
ook hun moeder hadden verloren. Het leven van mijn ouders was de prakti
sche toepassing van hetgeen, waarin ze geloofden.
Gedurende de eerste maanden van 1945 was Pa ernstig ziek.
Als ik nu alles nog eens bekijk lijkt het me of hij daar nooit helemaal van is
hersteld.
Samen met Tinus Kooy en anderen heb ik het land bewerkt en beplant en
ben daar toen blijven werken tot augustus, van die tijd af werd St.Pancras
mijn slaapkamer.
We woonden op historisch gebied.
Het was honderd jaar geleden een gedeelte van het land dat net ten zuiden
lag van de boerderij, waarbij het behoorde.
Op de plaats waar nu drie huizen staan van meer recente architectuur was
toen een boomgaard. Dit was voor ons verboden terrein. Het gebied daar
achter was ons speelterrein. Daar was genoeg ruimte om de gehele dag in te
zwerven. Daarachter stond een grote driedelige schuur, die gebouwd was
voor het opslaan van bewaarkool.
In het middengedeelte was een overdekte sloot met betonnen schoeiingen,
die in de vaart uitliep en daar was afgesloten met een roldeur.
13
(Deze boerderij Benedenweg 170, is ca. 20 jaar geleden verbrand. Ook de naastgelegen boerderij
vatte vlam. De laatste kon worden gerestaureerd, op de plek van de eerste verrees een nieuw huis
waarin de familie Groot momenteel woont. De huizen waarover Gert hieronder vertelt, zijn het
vrijstaande huis op nr. 172 en de twee onder één kap 174 - 176)
(De betonnen schoeiing bleef zichtbaar totdat de veert werd gedempt. De sloot was de scheiding
tussen 172 en 174)