Armee hadden we hiertoe tot nog toe geen gelegenheid. Zodra
deze druk verminderde zijn we begonnen te proberen om aan
uw decreet te voldoen, maar we zijn er tot nu toe helaas niet
in geslaagd. We zijn bedugt dat we hierin niet zullen effectue
ren, maar we gaan alles doen wat in ons vermogen ligt om er
aan te voldoen. Omdat onse dorpscassen uigeput zijn, kunnen
we ook geen premiegelden uitschieten. Wilt U dit a.u.b. be
richten aan het Uitvoerend Bewind De secretaris van Oudorp
11 febr. 1800 meldde Koedijk
dat ze zeker niet van plan waren om in gebreke te blijven bij de levering
van 3 manschappen om de nationale armee weer wat op peil te krijgen,
maar de omstandigheden verhinderden dit volledig:
De burgers leden door de oorlog schade die begroot werd op 73.000 -
De dorpskas is volledig uitgeput, Koedijk kan zijn schulden niet betalen:
Koedijk behoort tot de gemeenten die bedoeld worden in de circulaire
van het Uitvoerend bewind dd 29-1-1800
Uit een brief van het Departementaal Bestuur gericht aan het Uitvoerend
bewind in Den Haag blijkt dat aanvankelijk de Langedijker dorpen - Oudorp
en St. Pancras en de kustplaatsen vrijstelling hadden gekregen, omdat deze
in het oorlogsgebied waren gelegen en veel schade hadden opgelopen door
de Engels - Russische inval en de daarmee gepaard gaande roverijen. Maar
dat ondanks dit alles Uimmen, St.Pancras en Oudorp en Heiloo hun volle
contingent hadden geleverd en Alkmaar dit gedeeltelijk had gedaan.
De oorlogsschade was aanzienlijk.
Toen de rust was teruggekeerd kon de schade worden opgemaakt.
De paarden vormden een hoofdstuk apart.
Het Departementaal Bestuur vroeg aan iedere plaats op te geven welke
schade men had door de vorderingen van het Frans-Bataafse leger.
St. Pancras stuurde een brief waarin Pieter de Smet zoals hij gewoon was,
eerst de vraag herhaalde en vervolgens daarop een antwoord gaf:
163