Uit Koedijk werd gemeld:
In 1867 hadden de Koedijkers
aanvankelijk nog even te kam
pen met de epidemie, maar dit
had volgens de verslagen geen
merkbare invloed op de sterfte
der bevolking.
Vermoedelijk waren de in Alk
maar nog aanwezige (open) pri-
vaatkuilen, waarin faecaliën
werden geloosd, een bron van
besmetting geweest De een of
andere arme drommel mocht de
kuilen tegen betaling van een
geringe pachtsom legen en als
mest verkopen, (zie Klin 6 blz.74)
Geregeld werd door de Alk-
maarse medici en het stadsbe
stuur er op aangedrongen geen
water uit sloten en grachten te
gebruiken en om geen nieuwe
privaatkuilen te openen en de
bestaande gaandeweg op te rui
men, maar eer dat dit goed was
doorgedrongen
49
Betreffende de gezondheidstoestand van de bevolking werden maatregelen
genomen ter bevordering van reinheid en verse lucht (Jarenlang keerde deze zin als
een soort herhaald refrein in de verslagen tenig) en werden zuiveringsmiddelen ver-
Strekt. Ter opname van cholerapatiënten werd een lokaal beschikbaar ge
steld Ook werd gezorgd voor het spoedig verkrijgbaar stellen van cho/era-
dranken en voldoende geneeskundige hulp.
l)e cholera is hier we! geweester waren 8 gevallen waarvan 4 met dodelij
ke afloop.
en het leek zo bloemrijk