maar moest als hij daarmee begon, tenminste 14 jaar oud zijn
Om verloskundige praktijk op te doen moest de toekomstige vroedmeester
tenminste 20 jaar oud zijn en de aanstaande vroedvrouw tenminste 18
Toezicht werd gehouden op de schoonheid van de werktuigen van heel- en
vroedmeesters, op de inrichting van de apothekerswinkels enz.
In 1807 (midden in de Franse tijd) werd aan de commissie bericht dat Jan
Schuylenburg, chirurgijn aan de Omval, verregaande onkunde aan de dag had
gelegd bij de behandeling van een patiënt.
Flet geval werd onderzocht
Een jaar eerder had de commissie hem ook op het matje geroepen, omdat
deze twijfelde aan zijn kennis.
Toen hem gevraagd werd om zijn akte van bekwaamheid te vertonen hing
chirurgijn Jan het volgende verhaal op: Ik heb in 1788 mijn examen afge
legd voor de Compagnie te Amsterdam en de bevoegdheid gekregen om de
geneeskunst uit te oefenen.
Bij mijn aanstelling in de Schermer heb ik aan het Dijkcollege mijn papieren
getoond.
Maar in de oorlog van 1799, toen het hier zo'n onrustige tijd was door de
inval van de Engelsen en Russen, ben ik mijn papieren kwijtgeraakt.
De Alkmaarse commissie had niet zoveel vertrouwen in Jans kunde en stuur
de een brief naar de Departementale commissie om zijn abdicatie aan te vra
gen. (wij zouden zeggen: er ging een brief naar G S. dat het de man moest
worden verboden nog langer als chirurgijn te functioneren).
Maar. het lijkt of de heren van de commissie hun zin niet kregen en dat de
Departementale Commissie hun brief voor kennisgeving had aangenomen,
want:
Veertien jaar later werd Jan opnieuw aangeklaagd.
Hij had in Alkmaar een patiënt behandeld en dat was in strijd met alle wetten.
In Alkmaar mochten alleen die geneesheren heelmeesters, apothekers en
vroedvrouwen werken, die in Alkmaar hun akten van bekwaamheid hadden
laten zien en daarna van het Stadsbestuur toestemming hadden gekregen om
zich binnen de stad te vestigen. Jan had noch zijn papieren getoond, noch de
benodigde toestemming verkregen en werd daarom bij de rechter aange
klaagd.
36