boekt voor de medische zorg en af en toe wordt de naam van een niet plaat
selijke medicus genoemd.
Helaas gebeurde dit niet altijd even duidelijk De diakenen volgden een soort
rouleringssysteem wat betreft het 'in handen hebben van de 'buul'. Deze dia
ken had tevens de taak om alle inkomsten en uitgaven te noteren in het kas
boek
Iedere diaken had zijn eigen methode van boeken en omschrijven der uitga
ven en bij het bestuderen hiervan, werd mijn nieuwsgierigheid niet steeds
bevredigd. Ik wilde namelijk graag weten welke dokter werd gevraagd
Vaak had men dit opgeschreven maar ook werd genoteerd: betaald aan
meesterhulp voor Piet tortelof 'voor medicijnenen daar werd ik weinig
wijzer van.
Vermoed ik dat de vermelding
aan het geneesen van het hooft van Aaltje Klaver 10. --.
wijst in de richting van een Alkmaarse geneeskundige zeker is dat de onder
staande notitie
Betaald aan J. Lusink voor het been van Cornelis Groen 14.8.-.
de Alkmaarse 'meester' Jan Lusink betreft.
Ook werd de naam van de Alkmaarse med. doctor J van Leeuwen enkele
malen genoemd Daarnaast werden behalve de plaatselijke heelmeesters Cor
nelis de Vries en N.(icolaas) van der Sluys, die meestal als Klaas Sluys werd
vermeld, een zestal namen van andere meesters genoemd in de uitgavenpos
ten hetgeen er op wijst dat voor de arme gemeenteleden naast de plaatselijke,
ook andere geneeskundigen werden geraadpleegd
Vermoedelijk moest een behoeftig persoon, die zich ziek gevoelde, eerst aan
de diakenen toestemming vragen om een dokter te raadplegen.
Uit de raadsnotulen blijkt dat dit bij de gemeentelijke armenvoogden zeker
het geval was.
Omdat de dokters uit de stad duurder waren dan de plaatselijke, lijkt het me
aannemelijk dat een met zijn gezondheid tobbend welgesteld persoon het
vaker 'hogerop' heeft gezocht dan de meer behoeftigen
34