Later werkte hij als professor in Leiden. De laatste jaren van zijn leven bracht
hij in Alkmaar door.
De geneeskunst stoelde toen nog grotendeels op de leer van de lichaams- of
levenssappen, die afkomstig was van oude Griekse (Hippocates) en Romein
se medici.
Bloed, slijm en gal behoorden in de juiste samenstelling in het lichaam aan
wezig te zijn. Werd het goede evenwicht der sappen verstoord dan had dit
ziekte tengevolge. Genezing werd dan gezocht in aderlaten, laxeer- en
zweetmiddelen.
De nadruk werd gelegd op een goede leefwijze, gezonde voeding en frisse
lucht. Ook die stonden borg voor een goede gezondheid. Dit kon echter
worden ontregeld door een plotselinge verandering van het voedingspatroon
of een plotselinge omslag van het weer of andere oorzaken van buiten af.
Van bloedsomloop, temperatuur en bloeddruk wist men nog niet af.
Foreest en zijn collega's kregen herhaaldelijk te maken met epidemieën van
pest, lepra en syfilis.
De inzichten van de oude Grieken en Romeinen werkten nog lang door In
het onderstaande verslag van de gezondheidstoestand in Alkmaar en omge
ving is duidelijk merkbaar dat men dacht dat extreme weersomstandigheden
van invloed waren op de gezondheid:
De eerste maanden van dit jaar verliepen zeer gunstig
de aanhoudende droogte en excessive zomerhitte maakte de vrees
wakker dat dit een herhaling zou veroorzaken van epidemieën en deze
vrees werd bewaarheid
in juli en augustus heerste er inlandse cholera
en in september en oktober voortdurende koorts, die velen noodlot
tig werd en in
november-december heersten recidiven (hernieuwde ziekteaanvallen)
die ontaardden in moeras-koortsen, die veel slachtoffers maakten.
Dat men toen dacht dat het weer invloed heeft op de gezondheid komt ook
tot uiting in het onderstaande bericht uit de Alkmaarsche Courant van
1857
31