Als er ijs was, vielen alle grenzen weg Katholieken, christenen en ongelovigen,
die elkaar anders wel eens schouderden, werden
schaatsend tot een complete eenheid
En de koek-en-zopie-tent trok met de schaatsers mee.
"Zijn ze vandaag weer op de Zomer sloot of moeien we
met onze koopwaar ergens anders heen
Als marketentsters achter de soldaten trokken de "heet is
de melk - koud is de koek verkopers achter de
schaatsers aan
Het was ook de tijd dat 's avonds op de hoek van de
Kerkesloot wat zand werd gestrooid en ouwe Jan
Wiedijk, hij woonde aan het Daalmeerpad, op zijn
trekharmonika speelde en om hem heen, in het maanlicht,
heel spontaan werd gedanst Reuze gezellig
In 1908 vonden meester T. Engel, J Groen, D Kloosterboer Jbzn., Jb Slijker,
Jb Wagenaar Kzn., A Trompetter, W Keizer C. Groen Czn en C. Ploeger
dat de tijd rijp was om een ijsclub op te richten. Deze moest ervoor zorg
dragen dat het schaatsenrijden veilig kon gebeuren en ze omschreven dit in art.
2 van het reglement als:
De club beoogt:
a. het maken en onderhouden van ijsbanen;
b. het veilig en ongehinderd ijsverkeer;
c. het bevorderen van wintervermaak
d. het verschaffen van werk op het ijs.
Feestelijkheden mogen echter op Zon- en algemeen erkende Christelijke
Feestdagen niet plaats hebben.
Punt d. zal vermoedelijk wel te maken hebben gehad met het baanvegerswerk:
De club neemt een werkloze, die het nodig heeft, in dienst als baanveger.
De jonge vereniging groeide als kool.
Op de eerste vergadering, gehouden op woensdag 30 december 1908 in de zaal
van Jn. Ruys traden staande de vergadering, 64 leden toe als lid.
En 4 dagen later, op zaterdag 2 jan. 1909 waren er 87 leden aanwezig in de zaal
van P Greeuw en deelde meester Engel trots mee dat de club nu reeds 200
leden had
64
(zoals de volksmond de niet-kerkelijke mensheid toen placht te noemen),
Kom daar nu eens om, tenminste 64 leden bezoeken de jaan'ergadering van
de ijsclub