Toen Janus van een klant hoorde dat Herman Quant zijn huis te koop aanbood, stapte hij daar meteen op af, want er was flink wat ruimte bij dit aan de Achterweg liggend perceel Omstreeks 1970 bouwde hij daar een volledig ingerichte stenen garage. Een aantal jaren was het toen dag-en-nacht werken In 1973 kwam zoon John bij hem in de zaak Deze had door zelfstudie de benodigde vakdiploma's in zijn zak. Uit die tijd herinnert Janus zich het volgende voorval: Nadat John was getrouwd, heeft Janus zich langzamerhand uit de zaak teruggetrokken In 1992 is hij officieel gestopt, hetgeen niet wil zeggen, dat hij nooit meer iets in de garage doet, want stilzitten kan en wil hij niet. 52 Mijn dochter, die later met Joop de Graaf trouwde, werkte toen in het bejaardentehuis te Koedijk. Op een morgen, ze was nogal vroeg opgestaan om tijdig op haar werk te kunnen zijn,, ontdekte ze dat we 's nachts bezoek van een inbreker hadden gehad. Alles lag ondersteboven en door elkaar in de kamer. Ze waarschuwde ons. Toen we alles eens nagingen, misten we niet zo gek veel Misschien zohonderd gulden. Een dag of wat later moest Nel naar Steers. Hij zei tegen haar: Er is bij jullie ingebroken. Het is me bekend, wie dat heeft gedaan. Maar hij wilde geen naam noemen. Ook zei hij: Maar die vijf honderd gulden, die in de kast onder een la liggen, die zijn er nog. Nel snapte er weinig van. Toen ze thuis het verhaal deed reageerde John hierop met: "Dat had ik helemaal vergeten. Laatst, ik stond op het punt om weg te gaan, kwam iemand een gekochte auto betalen en toen wist ik zo gauw niet, waar ik dat geld moest laten. Toen heb ik een la uit de kast getrokken, het geld er onder gelegd en de la er over heen geschoven en 'k heb er later nooit weer aan gedacht. Het geld lag er inderdaad nog

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1997 | | pagina 56