In de crisisjaren was het vaak moeilijk om de verdiende beloning in handen te krijgen, want de meeste boeren en tuinders waren straatarm: ze maakten niets voor hun produkten. Dirk, goedig als hij was, zei dan tegen Nel, die de boekhouding voerde en de 'briefies' uit moest schrijven: "Och, laat dat maar zitten, die man heeft helemaal geen geld." Nel meende dat bij hen de schoorsteen ook moest blijven roken en ging er toch op af. Vaak werd ze ontvangen met de woorden: "Ach kind, we hebben praktisch geen geld. Morgen gaan we naar de kerk en daarvoor hebben slechts een enkele cent." Nel vertelde dan hier alle begrip voor te hebben maar dat haar vader voor hen had geploegd daaraan zijn onkosten had en zij ook moesten leven. "We vinden het best dat jullie alles niet in één keer betalen, maar betaal het dan wekelijks met een gulden of rijksdaalder af." Vaak wist ze op deze manier zo niet alles, dan toch wel een gedeelte van de vordering in handen te krijgen. Een enkele maal, meestal bij speciale gelegenheden, vervoerde Dirk personen. Zoals toen zijn dochter Nel trouwde. Het was die dag met recht hondenweer. Niet geschikt voor een bruidspaar om wandelend naar gemeentehuis en kerk te gaan. De kapwagen van Van Wonderen werd geleend en het feest had van het weer niet te lijden In de oorlog bracht Quant brandhout naar enkele in Hoorn ondergedoken Joden. Piet Pauw en Henk Schot (zij woonden tegenover elkaar aan de Heerenweg, net ten zuiden van het begin van de Achterweg) scharrelden het bij elkaar van de houtwerf of clandestien gekapte bomen, zaagden en hakten het vervolgens tot handzame brandstof en Quant zorgde voor de rest. Een dochtertje van dit Joodse echtpaar was ondergedoken bij Piet Pauw. Het kind kwam echter te veel buiten, ze hield ervan om aan de kant van de weg te zitten kijken en moest daarom naar een andere, meer afgelegen plek worden overgebracht. Dit gezin overleefde de oorlog. In 1989 maakte een zoon de begrafenis van Piet Pauw mee. Ruim 70 jaar oud overleed Quant op de le Pinksterdag 1952. 's Morgens om 7 uur was hij naar de communie geweest. Vervolgens had hij thuis ontbeten en was daarna om 10 uur naar de Hoogmis gegaan Door een omwonende is toen nog gezien dat hij zonder op of om te kijken de Heerenweg opreed en deze verzuchtte daarop: "Als dat maar goed blijft gaan 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1997 | | pagina 43