In KLIN nr. 11 vertelde Jan Kooy over zijn belevenissen als vrachtwagenchauf
feur.
Hij weet echter veel meer. Zo schreef hij in één van zijn brieven: "Eigenlijk ben
ik geen schrijver. Ik ben meer avonturier. Ik heb eens opgeteld waar ik ben
geweest en ik kwam tot 56 verschillende landen....
Van St. Pancras kan ik me ook nog heel wat herinneren. Mijn vader is begonnen
met de brandstojhandel net voor de eerste wereldoorlog. Dat noemden we toen
mobilisatie. Nog eerder hadden we een winkel, maar dat heeft niet lang ge
duurd. In 1928 nam ik de brandstojhandel over met een paard en een wagen.
Maar in 1929 schafte ik een auto aan. Voorzover ik weet werd ik in hetzelfde
huis geboren.
Mijn grootmoeder van vaders kant heette Sijtje Bankersen en was getrouwd met
J. Kooy. Hij had twee broers: Jb. Kooy, die woonde aan de Benedenweg en was
getrouwd met Ma v.d. Woude. Ze hadden drie zoons: Klaas, Jaap en Cor, die
allen aan de Benedenweg hebben gewoond en één dochter, die getrouwd was
met P. Kooy en twee huizen vanaf de burgemeester woonde. In het tussenstaande
huis woonde Jantje Booy en voor haar was dat Klaas Lek.
15
Jan Kooy met broer C'or op de brandstofwagen bij het hek van Jan Koster
(nu tuincentrum Madderom.)