39
Daarvandaan ontvangt Dirk van Brederode bericht dat de graaf zijn diensten niet
langer op prijs stelt
Jan van Renesse wordt van verraad beschuldigd - hij zou de graaf aan de
Brabanders hebben willen uitleveren - en wordt bevolen om zich, ongewapend, in
Veere te melden. Zo zet je je tegenstanders van je af!
Als beide heren begrijpen dat Wolfert ze met meesterhand aan de kant heeft gezet,
trekt Dirk van Brederode (volgens de Procurator!) zich ontgoocheld terug van het
hoogste politieke toneel; Jan van Renesse meldt zich uiteraard niet op
Sandenburch, maar vlucht naar zijn kasteel Moermond op Schouwen, dat daarna
prompt door Wolfert van Borselen wordt belegerd.
Jan van Renesse weet echter naar Vlaanderen te ontsnappen, waar hij later als hij
zijn zwaard in dienst stelt van de graaf van Vlaanderen, eeuwige roem zal
verwerven als opperbevelhebber van het Vlaamse voetleger dat anno 1302 in de
befaamde "Guldensporenslag" het Franse ridderleger vernietigend verslaat. Het is
zeer opvallend dat de Vlamingen het opperbevel van hun ca. 8 tot 10.000 man
sterke leger toevertrouwden aan een Zeeuwse huurling. Maar Jan van Renesse had
zich door zijn optreden in de slag bij Vroonen een grote reputatie verworven, dat
vermeldt niet alleen de Procurator, maar ook de kroniek van de Vlaming van
Velthem maakt daar gewag van Hij laat Godfried van Brabant, één van de
aanvoerders in het Franse leger, zeggen
Dats die gene dat segic die,
Daer ic mi meest af ontsie:
Hets mijn her Jan van Rinesse.
In die werelt en esser niet sesse
Omgaens wijt ende breet,
Die bet (meer) van orloge weet.
Van Renesse heeft ongetwijfeld veel geleerd van de slag bij Vroonen waar het
voetleger nog een kansloze strijd streed tegen de bereden ridderscharen.
Het is overigens in dit verband wel curieus om te lezen dat hij in het Vlaamse leger
de enige man te paard was!
Onze roemruchte ridder komt echter roemloos aan zijn einde als hij twee jaar later
als leider van een Vlaams offensief in Holland door verdrinking om het leven komt.