Er is van beide zijden weinig of niets bekend over de samenstelling van de onderscheiden legereenheden, noch over hun aanvoerders. Over het verloop van de strijd zelf bericht de Procurator dat de "adel van Holland en Zeeland" een onderlinge strijd voerde over wie als eerste de vijand zou aanvallen en natuurlijk ook als vervolg daarop, over wie als eerste de lof van de overwinning zou kunnen opeisen. Aannemende dat het grafelijke leger qua omvang "aan de maat was", lagen militair gesproken de kansen van het Westfriese voetleger slecht. Feitelijk was het nog niet eerder voorgekomen dat een zwaar bewapend en gepantserd ridderleger te paard het onderspit moest delven tegen voetvolk, hoe bedreven ook met zwaard, spies, piek of knuppel. Het is overigens onduidelijk of de partijen in deze slag gebruik maakten van boogschutters, uiteraard waren die wel op de genoemde kastelen aanwezig. Hoewel de kronieken daarover in dit geval zwijgen, is in zijn algemeenheid wel een beeld te schetsen hoe de strijd tussen een ridderleger te paard en een voetleger gebruikelijk verliep. Stel U zich daarbij de stormloop voor van een zeer dicht gesloten front van zwaar gepantserde ruiters, dat in galop, onder trompetgeschal en het slaken van strijdkreten, met gevelde lans botst op de met de steel in de grond gestoken pieken van de geknielde krijgers in het eerste gelid van het hen opwachtende voetvolk. Ridders die daarbij uit het zadel werden gestoten en daardoor met hun zware uitrusting tamelijk weerloos op de grond terecht kwamen, kregen daar te doen met de slagwapens van de krijgslieden uit de volgende gelederen en waren dan vrijwel kansloos. Het resultaat van die eerste botsing was buitengewoon belangrijk en meestal bepalend voor de uitslag van het totale treffen. Voor het ridderleger was het buitengewoon belangrijk dicht bijeen te blijven, de rijen gesloten te houden en de snelheid voor de botsing zo hoog mogelijk op te voeren Bij het voetvolk was vooral de mentale instelling van groot belang, op je plaats te blijven terwijl een muur van paarden, ijzer en geluid met grote snelheid op je af komt, mag toch op zich al een prestatie van formaat genoemd worden In dit verband speelden de aanvoerders die voor de slag hun mannen in gebed voorgingen, vervolgens toespraken en dan zelf in het eerste gelid plaats namen, een grote rol. 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1997 | | pagina 166