23 Intussen is de strijd om Floris' opvolging in volle gang. De eerste die recht op de graventroon kan doen gelden is Floris' enige zoon Jan, nog geen veertien jaar oud en die wordt opgevoed aan het Engelse hof. Na hem is Floris' neef Jan van Avesnes, graaf van Henegouwen de rechthebbende. En daar steekt een adder onder het gras, want Jan van Avesnes, aanvankelijk een vijand van de Franse koning Philips de Schone, was inmiddels diens bondgenoot geworden! De tweespalt Engeland - Frankrijk tekent zich nu ook binnen Holland en Zeeland af in de strijd om Floris' opvolging. Edelen, steden en het volk raken verdeeld. En dan zijn er altijd nog Hollands vijanden, gaarne bereid gebruik te maken van de ontstane chaos en stuurloosheid Op de eerste rij de Bisschop van Utrecht, die een geslaagde poging doet het, ooit door Floris V aan het Sticht ontfutselde, Muiderslot te herwinnen en natuurlijk de West - Friezen! Het bloed kruipt waar het niet gaan kan! Vergeten zijn de onderwerpingsverdragen, de beloftes van eeuwige trouw. De opperknevelaar is dood en mogelijke opvolgers zijn ver weg Aan de horizon de dreigende kantelen van Floris' dwangburchten De stormloop daartegen is volgens de Procurator op 10 juli, amper 14 dagen na Floris' dood, al in volle gang. Het kasteel bij Wijdenes en de nog niet geheel voltooide Nieuwendoorn worden veroverd en vervolgens volledig verwoest. De gehate tekens van Floris' macht worden uit het landschap verwijderd Maar het door Floris van Egmond verdedigde kasteel bij Medemblik houdt stand Inmiddels is de Kroonenburch gevallen, de daar aanwezige moordenaars van Floris vinden een gruwelijk einde. Voor het 17e eeuwse verhaal dat Gerard van Velsen, naakt, in een aan de binnenkant van spijkers voorzien vat door de straten van Leiden werd gerold bestaat geen bewijs, maar het past wel in de tijdgeest. Na het beleg trekt de graaf van Kleef naar Floris' hof in Den Haag en neemt daar de regering waar Maar niet voor lang want Jan van Avesnes, die zich tijdens het

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1997 | | pagina 155