-35- Bij Van Baar was het armoe troef maar toch hadden ze zich ontfermd over een ongelukkige stakker, Fransie geheten, en hem in huis genomen. Soms had Jan het in zijn rug en op zijn beurt hielp de kleine Fransie dan Jan met het rondbrengen van steenkool. Jan droeg de vracht op zijn rug en Fran sie liep vlak achter hem, de zak te ondersteunen. Bij Van Baar verkochten ze ook petroleum. Zoon Jo ventte dan eens met strobokkingen, dan weer met sinaasappels. Toen hij bij Sientje Vennik aan de deur kwam vroeg deze hem: "Wat kosten die bokkings, Jo "Drie voor één dubbeltje "Wel, geef me dan maar drie." "Het spijt me, maar ik heb er maar één meer." Bij iemand anders antwoordde hijop de vraag of de door hem verkochte sinaasappels zoet waren: "Deze sinaasappels zijn heel, heel zoet, ze zijn wel zo zoet als citroenen P. WEEL. "Poep" Weel Kruissloot 4 Veel mensen, die met manufacturen hadden te maken, werden aangeduid met de bijnaam "poep". Duitsers werden vaak uitgescholden voor 'Poepen' Vroeger kwamen hier veel Duitse marskramers, die stoffen, lappen, kleding e.d. trachten te slijten. Vaak begonnen ze klein en groeiden langzamerhand uit tot grotere zaken. Nog bekend zal zijn dat in onze omgeving Schene en Bötger, beide Duitse namen, met de manufacturenhandel te maken hebben/hadden In navolging van hun Duitse collega's werden nader hand ook Nederlanders, die textiel te koop aanboden, vaak poepgenoemd Piet Weel woonde in het laantje van Van Etten. Hij stond bekend als een soort "dorpstype" Venten deed hij ook. Zo kwam hij in Langedijk bij een vrouw, die bezig was pannekoeken te bakken. Eerst snoof hij luidruchtig en zei daarna: 0, vrouw, wat ruikt dat lekker Haar bescheid was: "Wel, je mag wel eens proeven" Piet at de hele voorraad op.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1996 | | pagina 37