-20- Enkele jaren later was de "Smitten-vlootuitgebreid met meer Zwervers, terwijl op topdagen gebruik kon worden gemaakt van een schuit van een goede vriend. Een dagvracht kon dan oplopen tot 80 a 90 ton. Meestal lagen 'tussen de middag' de eerste vrachten kool reeds in de wik (*l) en groeide het door tot in de avond. Alles werd overgeladen in "De Zwervers" en vervolgens gingen ze met drie of vier schuiten tege lijk naar de veiling: een sterke motorschuit sleepte enkele andere boten achter zich aan. Vaak gebeurde het dat Smit en zijn zonen, ook Wim en Jan hielpen al spoedig mee, pas 's avonds om een uur of negen weer thuis waren. De volgende morgen begon de veiling om 8 uur en moesten ze de hun toevertrouwde waar laten veilen. Omdat er bijna altijd meerdere schuiten van hen lagen, waren ze hier wel een tijdje zoet mee. Daarna moesten de verkochte producten worden overge laden. Bij sommige kopers konden ze spoedig terecht. Bij anderen was dat moeilijker, vooral bij hen, die de waren per auto of per trein naar de bestemming wilden brengen. Meestal konden ze pas na het middag uur bij het spoor terecht Enkele tuinders ver bouwden wel eens kool buiten het dorp. *1 Een wik was een zijsloot vanaf de doorgaande vaarsloot. (in droge taal: het oprijpad vanaf de hoofdweg.) Een wik kon gemakkelijk een lengte van om streeks 50 meter hebben. Soms waren ze voor gezamenlijk gebruik van enkele buren. Heestal werden koolschuren in de nabijheid van een wik gebouwd. Tuinder Smit geeft zijn rode kool mee aan pikkenier Smit.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1996 | | pagina 22