-15-
In Batavia ontmoette hij zijn latere vrouw Lucy.
Haar vader was van Hollandse afkomst en had een
goede administratieve betrekking, haar moeder was
Javaanse
In 1942, hetzelfde jaar waarin Japan zijn aanval in
het verre oosten begon, trouwden Bertus en Lucy te
Batavia (nu Djakarta)
Nog hetzelfde jaar werden beiden geïnterneerd,
hij als krijgsgevangene,
zij als Aziatische getrouwd met een Nederlander.
Wel hadden deze inlandse vrouwen het beter als de
blanke vrouwen. De eersten bleven op Java en werden
beter behandeld dan de blanken, hetgeen Lucy's broer
(hij had een goede regeringsbetrekking) in de gele
genheid stelde haar gedurende de interneringstijd
van het nodige te voorzien. (Ook na de bevrijding
was ze van hem afhankelijk)
Bertus verging het minder goed: Alles wat Hollands
was moest weg van Java. Hij zat in verschillende
kampen en moest dwangarbeid verrichten voor Japan:
o.a. aan de beruchte Birma-spoorlijn en in een Ja
panse kolenmijn. Was Birma zwaar, in Japan had hij
het nog veel slechter.
Toen in 1945 de atoombommen op Japan vielen, was hij
in de buurt van Nagasaki te-werk gesteld. Daar werd
hij bevrijd door het Amerikaanse leger, dat zich
over de uitgemergelde mannen ontfermde: ze kregen
goede medische verzorging, goed voedsel en kleding.
Enige tijd later bereikte Lucy, via het Rode Kruis
het bericht dat Bertus nog in leven was: een formu
liertje, waarop dit werd meegedeeld en waaronder
Bertus' handtekening stond.
Natuurlijk ben je uiterst blij met zo'n bericht.
En toch volgde er voor Lucy een rottijd. Onder de
Javaanse bevolking hadden de Japanners veel haat
gezaaid tegen de Hollandse overheersers en iemand
die zoals zij, getrouwd was met een Hollander, kon
zich niet in aller sympathie verheugen.
Op Java werd om de macht gestreden. Amerikanen pro
beerden de lakens uit te delen, de Aussies (Austra-