-136-
A. VOLKERS en ZONEN, 'VOL-ZON' INTRAVOBovenweg 35
De door ARIS VOLKERS gemaakte tilbury verkreeg de
volle instemming van de examen-commissie en hij
mocht zich omstreeks 1910, evenals zijn vader Piet,
wagenmaker noemen. Bij de firma Met in Alkmaar kon
men nog een vakman gebruiken en daar ging Aris aan
het werk.
Evenmin als zijn broer Simon brood zag in de tapij
ten, zag Aris dit in de wagenmakerij en volgde daar
om Simons voorbeeld: hij trok als groenteventer met
de hondekar door Alkmaar en wist daar spoedig een
klantenkring op te bouwen.
30 april 1915 trouwden Aris en zijn broer Simon
gelijktijdig. Ze gingen wonen in een oude boerderij
aan de Benedenweg: Simon aan de wegkant, (zie ook
S.Volkers, Bovenweg 78) en Aris in het achterstuk.
Hier werd Aris een zoon Piet geboren.
Zoals steeds in deze handel was het hard en langdu
rig werken! 's Morgens om zes uur werd de hondekar
ingespannen en reed hij naar de Alkmaarse groente
veiling om inkopen te doen. Daarna werd de hele dag
gevent, 's Zaterdags had vaak het middernachtelijk
uur al geslagen, voordat de laatste klant van groen
ten was voorzien en hij op huis aanging. Rijdend op
de kar viel hij dan vaak in slaap en werd pas wakker
als de kar rammelend de overweg passeerde. Dan dom
melde hij weer verder totdat de kar stilstond voor
de "ouwe kluis" het huis aan de Benedenweg)
Enkele jaren later verhuisden Aris en Dieuwertje
naar "de hoek" in het Noordeinde. Hier werden Aris
jr. en Maup geboren. Daarna gingen ze naar de Boven
weg 35, waar Siem het levenslicht zag.
Inmiddels was Aris van kleinhandel overgegaan naar
groothandel: grossier in aardappelen en groente.
Van de tuinders en op de veiling kocht hij aanvanke
lijk zijn handel. Deze werd geladen in een schuit
van schipper Keizer en naar Alkmaar vervoerd. Daar
werd de vracht overgeladen in de tram naar Bever
wijk. Van het station Beverwijk werd het met hand
karren naar de marktplaats "de Meer" gereden om
verkocht te worden aan de kleinhandel aldaar.