Kuitwaard beperkte zich tot de slagerij Dit ver meldde hij op zijn winkelraam met de woorden "SPEKSLAGER EN VLEESHOUWER". Net als veel andere slagers in die tijd, smolt hij zelf rauw vet. Dit ging in pakjes de deur uit en ook het afvalproduct 'de kaantjes', leverde nog wat geld op. Een andere bezigheid was roken van spek en worst. Hij had zelf een rookkast en zag er nauwkeurig op toe met watvoor hout er werd gerookt. De jongens moesten zaagsel ophalen van de timmerman, maar als het geen "vuren"zaagsel was, konden ze er mee terug gaan Een paard slachten was hem een gruwelEen paard was een edel dier, daar kon je op rijden en eventueel kon je het beest als trekdier gebruiken, maar daar mee hield het voor hem op Eens kwam een klant uit de nieuwbouw de winkel bin nenstappen met de boodschap: "Slager, een half pond paardebiefstuk, a.u.b." -112- Slagerij Kuitwaard

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1996 | | pagina 114