-92-
IK WAS BIJ DE RAAD VAN VERZET
In 1944 was ik 17 jaar oud en werkte bij de belasting
inspectie Alkmaar. In mijn onmiddellijke omgeving zat
een even oude collega en met hem kon ik geweldig goed
opschieten. Samen trokken we er geregeld op uit, onder
meer om voedsel op te scharrelen, want dat begon toen
al schaars te worden. Bij ons zat ook een wat ouder
persoon, ene Veraar die lid van de N.S.B. was. We
lieten hem meestal meedelen in onze buit, waarvoor hij
altijd heel erkentelijk was.
Enige tijd later begon hij ons aan te sporen om deel
te nemen aan de Jeugstorm of Jeugd-W.A. Toen hij daar
geregeld op terug kwam, begon ons dit te vervelen en
één van ons zei tegen hem: "We peinzen er niet over om
mee te doen met die zwij nebendeHij werd kwaad en
riep: "Dus jullie zeggen dat onze Führer een zwijn is.
Daar zullen jullie meer van horen Hij pakte een
opschrijfboekje en maakte daarin enkele aantekeningen.
Aanvankelijk schrokken we. Toen hij de daarop volgende
dagen weer normaal deed en graag met ons meedeelde,
als we wat extra aardappelen, groente of melk hadden,
vergaten we al gauw hele voorval
In zijn werk functioneerde Veraar lang niet foutloos.
Geregeld kreeg hij op- of aanmerkingen van zijn direc
te chef en af en toe kwam zelfs de inspecteur er aan
te pas
Vlak voor Kerst 1943 ontving ons kantoor een Rege
ringstelegram met de boodschap dat enkele personeels
leden op het Departement, dat toen in Deventer was,
moesten verschijnen. Hiertoe behoorden Veraar,de in
specteur, onze bureau-chef en mijn persoon.
In Deventer kreeg eerst onze chef van Rost van Ton
ningen te horen, dat hij werd overgeplaatst.
Vervolgens moest ik op het matje komen en werd me ge
vraagd of ik wel eens ruzie met Veraar had gemaakt.
Ik was me van geen kwaad bewustToen moest Veraar
binnenkomen en hem werd hetzelfde gevraagd. Hij haalde
ogenblikkelijk zijn opschrijfboekje tevoorschijn en
antwoorddde"Ja, dat is al eens gebeurd en bij die