-89-
Hier gingen wij het land op en groeven knollen op, die
net klaar waren. Veel magen raakten door het rauwe
spul van streek.(koolrabi)
Pas eind mei ging men terug, nadat eerst met man en
macht de paviljoens provisorisch wat op orde waren
gebracht
Zelf was ik sedert eind oktober in Sint-Pancrasaan
vankelijk voor een vakantie. Thuis was het gezin van
opa, dat normaliter bestond uit opa Glas, mijn moeder,
die weduwe was en mijn persoontje, vermeerderd met een
onderduiker, die nu mijn man is en een vrouw van een
machinist met een baby van 9 maanden. Haar man en hun
vierjarig zoontje hadden onderdak bij onze buren ge
vonden. Later kregen zij, vanwege de honger, twee kin
deren uit Haarlem.
In februari ging de machinist terug naar zijn huis in
Alkmaar. We kregen toen twee hongerkinderen uit Schie
dam. Intussen was mijn moeder ziek geworden en had ik
van de Inrichting verlof gekregen om thuis te blijven
om voor de daar aanwezige acht personen te zorgen. Ook
buiten ons gezin viel er genoeg te doen, omdat er dif-
teritus was uitgebroken en veel gezinnen met schurft
hadden te kampen, waarvoor men mijn hulp inriep. Van
daar dat ik, in overleg en met goedvinden van de Di
recteur in Wolfheze, daar niet teruggekomen ben.
In het gezin van Gerdinus de Waal waren drie onderdui
kers: Piet Kerver uit de Zaan, Huib Pot, die naar ik
meen eveneens uit de Zaan afkomstig was en Johan de
Wit uit Zuid-Holland.
Deze drie jongens waren bij het verzet en hadden daar
voor een vervoermiddel nodig. Bekend was dat bij Piet
Leyen, in het Zuideinde, een bijna nieuwe fiets stond.
Tijdens een overval op een avond, waaraan de drie
heren vermomd deelnamen, werd de fiets opgeëist. Eén
van de jongens maakte de fout een ander bij zijn naam
te noemen. Door het werk op het land was iedereen op
de hoogte van de onderduikersZodoende zette dit
voorval kwaad bloed bij de families. De fiets is door
gegeven aan anderen, omdat werd gedreigd er werk van
te maken, hetgeen evenwel niet is gebeurd.
Jaren later ontmoette mijn man Johan in hun gezamen-