-86-
rein door bommen waren geraakt.
Toen ik bij de eerste huizen van het personeel was
gekomen, hoorde ik dat de school, die vlak bij stond,
was uitgebrand. Overal waren ontwortelde bomen, die de
weg versperden en bomkraters, zoals ik deze op de hei
ook reeds had gezien.
De centrale keuken stond in brand.
Verder fietsen was niet mogelijk, dus mijn fiets liet
ik daar achter. Doodsbang zocht ik een manier om ver
der te komen
In mijn eigen paviljoen was niemand te zien: patiënten
en personeel waren gaan schuilen in de ondergrondse
aardappelkelder. Het eerste wat de hoofdzuster vroeg
was: "Waar is mijn fiets?" Die had ik achtergelaten in
de pastorie met de bedoeling die later op te halen.
Vanwege de toen volgende chaos is daar nooit iets van
gekomen
Warm eten kwam er die dag niet, van angst was er geen
mens die honger had.
Om ongeveer half twee hoorden we weer vliegtuigen
komen. Deze namen zweefvliegtuigen mee, vol met jeeps
en ander materiaal voor de parachutisten, die bij
honderden omlaag kwamen.
Toen ik later, het was ongeveer half vijf, naar het
dorp liep, zag ik de Tommy's onder de bomen in de
mangaten zitten. Wij waren dus bevrijd maar we hadden
intussen ook gehoord hoeveel patiënten, personeels
leden en dorpelingen waren omgekomen.
Ik kan me dan ook niet herinneren dat we gejuicht heb
ben
De auto's met munitie, die de Duitsers tussen de hui
zen hadden geplaatst, waren ook ontploft en hadden
veel slachtoffers geëist. Drie dagen hielden de Tom
my's stand. Dagen vol angst en langdurige strijd. Er
waren veel Duitse beschietingen. Wij hoorden aan het
geluid, waar de granaten ongeveer terecht zouden ko
men, dus of we moesten schuilen of niet. Soms kropen
we onder de ledikanten.
's Zondagavonds kwam er brood uit Oosterbeek en thee,
die gezet was in de Centrale Keuken.
Avonturiers onder ons gingen de bossen in en vonden
daar 24-uurs-pakketten van de Tommy's met echte thee