-77-
liep ik met die Jumbo over de weg, hij kon mij klein
dik propje als ik toen was wel vier maal in het rond.
Toch volgde het beest me gewillig, misschien kwam dat
wel omdat ik hem aldoor bemoedigend toesprak, zo in de
trant van Wij tweeën zullen het samen best rooien,
loop jij maar mooi met Henkie mee, dan ben jij een
best beessie
Maar halverwege de Achterweg bleef hij staan. Hij
wilde geen stap meer geven. Ik kon trekken aan het
touw zoveel ik wilde, hij was niet meer in beweging te
krijgen. Hoe lang ik daar heb gestaan, weet ik niet
meer maar het was beslist langer dan een half uur. En
maar trekken. en maar geen beweging, de stier leek
wel een goed verankerd standbeeld
Toen kwam mijn vader aanfietsen: "Waar blijf je nou
Nou, ik vertelde dat die stier niet te verwrikken of
te bewegen was. Vader Hein zou me wel even laten zien
hoe ik dat karwei had moeten klaren: Hij gaf hem een
goed gerichte trap tussen zijn achterpoten, maar ook
dat leverde geen enkele reactie op. Daarop ging hij
aan het touw rukken en trekken, maar hij kon doen wat
hij wilde, het beest deed geen stap. Tenslotte moest
ik ergens een koe uit een weiland halen en toen ik
daarmee aankwam, ja hoor, toen stapte mijnheer mooi
achter dat vrouwtje aan.
We slachtten vaak in de vetboet,(Vinkenlaan, ongeveer
waar Cor Dekker woont) of in een boet aan de Achter
weg. Een enkele maal ergens anders, zoals in de kelder
van café Bouwstra, bij Klaas Wiedijk in de Daalmeer.
Eens gingen we met zijn drieën naar Ursem. Vader en
Kees ieder op hun eigen fiets en ik mocht de trans
portfiets van Frits Wortelboer gebruiken. Onderweg
werden we aangehouden door twee of drie van die leden
met zo'n goen pakkie aan. Vader Hein stond meteen met
beide handen in de lucht, Kees hielden ze vast en mij
lieten ze gaan, ik was nog te jong. Op een stuif reed
ik naar huis terug en vertelde daar dat de moffen Kees
hadden gepakt. Dat was niet zo mooi, want Kees was uit
de arbeidsdienst gevlucht en had zijn uniform ergens
begraven. Resoluut dook moeder Sien een fles jenever
op, stopte die onder haar jas en fietste naar de Orts-
kommandantZonder fles maar met Kees kwam ze terug.