-31-
Meteen die eerste avond was er luchtalarm. We wisten
niet waar we heen moesten en bleven dus maar zitten,
waar we waren. Er gebeurde gelukkig niets.
De volgende dag gingen we al vroeg verder richting
KasseiDaar aangekomen gingen we eerst naar het ar
beidsbureau en vervolgens werden we in een kamp achter
prikkeldraad gezet
Er stonden drie mogelijkheden voor ons open:
- De slechtste was tewerkstelling in de industrie,
waarbij je werd gehuisvest in een barakkenkamp.
- Iets beter was werken en wonen bij een particulier.
Je kreeg dan zelf een rantsoenkaartmaar je had
geen contact met landgenoten.
- Met meerdere Nederlanders werken bij een klein- of
midden-groot bedrijf. Je had zelf een eigen rant
soenkaart voor levensmiddelen, melk, tabak enz. Het
betekende wel dat je in diverse winkels je inkopen
moest doen.
Na enige tijd werden de mensen van onze groep opge
haald door vertegenwoordigers van diverse bedrijven.
Roel en ik werden tijdens een sneeuwbui naar de tram
gebracht. Toen bleek dat mijn schoenen niet waterdicht
waren. We gingen naar Kassei-Bettenhausen, een indus
triegebied
In "onze" fabriek werden in vroeger tijden fietsen
gefabriceerd, toen alleen nog gerepareerd. Verder
maakten we krukken, zoals je ze nu nog wel ziet.
Ook zogenaamde tracties, die in ziekenhuizen werden
ge- bruikt bij sommige beenbreuken. Er wordt dan een
installatie aan het bed bevestigd, waaraan gewichten
hangen. Tevens maakten we zittingen, die in tanks wer
den aangebracht. Klein-goed dus.
Onze werkweek, die normaal 4 8 uur bedroeg, was op 56
uur gebracht. Dit leverde ons een rantsoenkaart voor
langdurige arbeid op.
s Zaterdagmiddags en s zondags waren we vrij
We woonden in een rij bij de fabriek behorende wonin
gen. Op de eerste verdieping. We hadden buren naast,