-1 8
Later werd ik aangewezen om naar Indië te gaan ter
versterking van het daar aanwezige Nederlandse leger.
De zaak was praktisch in kannen en kruiken. Ik had er
al 16 dagen inschepingsverlof opzitten. Die tijd heb
ik doorgebracht bij kennissen van me, een Engelse
bakkersfamilie
Ik behoorde tot het tweede contingent.
Het eerste contingent, bestaande uit 250 man, was
reeds vertrokken. Ze kwamen tot Ceylon. Later zijn er
80 man teruggekeerd.
Vanwege de veranderde toestand in Azië is ons contin
gent niet meer vertrokken.
Aanvankelijk waren er plannen om van de Hollandse
militairen een onderdeel van het Engelse leger te
vormen. Wij hadden daar niet veel trek in.
Gelukkig besloot men later om alle Hollanders, die her
en der verspreid zaten, bijeen te brengen en daarvan
een speciaal legeronderdeel te vormen.
Al gauw groeide deze groep uit tot ca. 1 000 man en
nadat de Nederlandse regering via de Wereldomroep
hiervoor vrijwilligers had gevraagd, groeide het aan
tal manschappen tot ongeveer 1 600 en werd de Prinses
Irene Brigade opgericht.
Aanvankelijk verrichtten we hoofdzakelijk bewakings
diensten
Wanneer onze koopvaardij of luchtvaart mensen nodig
had, elk schip werd toen met twee kanonnen bewapend,
werden die ook uit dit reservoir gehaald.
Op de dag van de invasie was de Prinses Irene Brigade
bezig met een oefening in Schotland.
Enkele weken daarna werden ook wij in Frankrijk aan
land gezet, tegelijk met een stel Engelse militairen.
Er was toen een bruggehoofd langs de kust, dat ca. 50
km lang en 15 km diep was.
Alles wat de brigade bezat, was meegekomen. Onze zwaar
ste bewapening bestond uit een aantal lichte tanks. Al
gauw moesten wij aan de strijd deelnemen. Vaak werden
we ingezet om bruggen te veroveren. Daarin hadden we
een speciale vaardigheid ontwikkeld.
Op 26 augustus '44 bevrijdden wij het stadje Pont-
AudemerAls eerste geaillieerde militair ging ik over
de brug, die de toegang tot dit stadje vormde. Vandaar