- of het nu Koninginnedag, "Vreugde en Arbeid' of Winterhulp betrof.
Kennelijk was voor hem het Duitse uniform nog het enig echte gebleven.
Dat zo'n man nog door de burgerij werd geaccepteerd, geeft geen hoge dunk
van het politieke bewustzijn van diezelfde burgerij.
Wij moeten ook gewoon politiewerk doen. Een jongen die in de politie wil,
wordt mij eens op een avond toegevoegd, om de praktijk mee te maken. Hij
vraagt mij of ik ook een bon kan schrijven. Dat heb ik natuurlijk nog nooit
gedaan, maar ik heb wel een bonnenboekje bij me en wil me niet laten kennen.
Ik zeg hem van ja, en zal even, heel kinderachtig, meteen het bewijs geven.
Er komt iemand aan op de fiets, zonder licht. Ik houd hem aan, en zeg dat hij
in overtreding is, omdat hij zonder licht rijdt. De man zegt, dat we toch
bevrijd zijn, en dat al die controles gelukkig verleden tijd zijn. Maar ik
antwoord, dat het juist daarom nu afgelopen moet zijn met het ongedisci
plineerde gedrag en men zich aan de gewone oude voorschriften moet houden.
Ik schrijf ondanks zijn protesten een bon uit, waarbij de aspirant-politieman
aandachtig toekijkt. Daarna kan de zeer ontevreden fietser, als wandelaar
natuurlijk, vertrekken. Daar ik niet weet wat er daarna met de bon moet
gebeuren, is het daarbij gebleven.
Voor mijn dienst als MP'er had ik de beschikking over een ééncylinder
Harley-Davidson. Ik ben er eens mee naar Apeldoorn gemoeten, met koerier
voor de Staf van Prins Bernhard, waardoor ik ook bij zijn Staf in Amsterdam
terecht kwam, waar het aan mooie meiden, zij het in in uniform, niet ontbrak.
Het heeft kennelijk wel indruk op me gemaakt, dat ik het mij hier nog moet
herinneren. Waarschijnlijk is de schokkende openbaring, dat ik daar ook ie
mand aantrof die ik gekend had als Hopman van de padvinderij - toch wel een
aanwijzing voor voorbeeldige deugdelijkheid - de oorzaak van.
De Harley in kwestie was in beslag genomen door de BS, van een Bergense
NSB'er. Toen deze bericht had gekregen dat hij hem bij mij, en nadat de
motorfiets weer helemaal was opgeknapt en opgepoetst, terug kon halen, had
hij tal van vijven en zessen over een krasje hier en een deukje daar. Het
resultaat was dat hij meteen, zonder zijn Harley, weer naar huis kon gaan.
Toen ik mij had opgegeven als oorlogsvrijwilliger en naar het barakkenkamp
in Medemblik moest gaan, verliet ik de MP. Ik had ik mijn mooie Colt-45 met
plakband bevestigd onder het bovenblad van mijn bureau, in de Nassaulaan in
Alkmaar. Als ze er niet om zouden vragen, was ik van plan het op te halen en
als souvenir te bewaren. Maar de volgende dag kwam er al een kolonel of zo
in Medemblik, om me te vragen wat ik met mijn pistool had gedaan. In
afwachting van het vinden ervan werd ik onder arrest gesteld. Maar al gauw
kwam een telefoontje bevestigen dat ik de waarheid had gezegd en losgelaten
kon worden.
-233-