jaren later werden zij, bij de afbraak van de school, gevonden - en verdwenen
zij, jammergenoeg.
Piet Oud, de ondergedoken onderwijzer uit Oegstgeest en lid van de knok
ploeg van Rinus Knape, en tijdelijk bij ons in huis, was die dag al vroeg met
Rinus naar de Schermer vertrokken. Hij had zijn pistool in een zakdoek
gewikkeld en, na de lamp er uit te hebben gedraaid, in een cylidervormig
lampekapje boven de wastafel gestopt. Het werd niet gevonden.
Snuisterijen, een paar gouden manchetknopen en dergelijke werden door de
moffen ingepikt.
In het begin van de middag kwam een Duitse vrachtauto de buit ophalen;
zakken tarwe, het DKW'tje waarop mijn vader zijn ronde deed toen er nog
benzine beschikbaar was, inbegrepen. Het Peugeotje, dat niet meer bruikbaar
was door een lekke koppakking, werd er achteraan gesleept.
Tenslotte werden gevonden flessen wijn en een fles champagne (voor de
bevrijding bewaard) met de ingepikte weckflessen en andere etenswaren door
de moffen naar een huis aan het Kerkplein, waar ook een inval was gedaan,
gebracht. Later worden er nog pannen gehaald om de boel klaar te maken.
In dat huis, waar eerder Stenneberg woonde, was toen Duke Wïjminga
gehuisvest. Hij was werkzaam bij Rijkswaterstaat, en ook lid van de knok
ploeg van Rinus Knape. Deze ploeg, in de buurt gehuisvest, pleegde vanuit
deze vestiging vele 'kraken' van verschillende aard, maar vooral voedsel-
vorderingen bij boeren. Bij de huiszoeking werden daar de verborgen wapens
ook niet gevonden.
De Duitsers hadden zich aan het gepikte eten en de wijn tegoed gedaan en
lagen op de vloer, anderen hielden verstopt de wacht. Toen in de loop van de
dag verschillende mensen van de ploeg druppelsgewijs thuis kwamen van een
operatie, werden zij de een na de ander ingerekend. Om half acht 's avonds
vertrokken zij pas van daar. Wim van Kesteren en Duke Wijminga die al in
onze tuin was afgetuigd, werden meegenomen naar Alkmaar en door de SD
verhoord. Wijminga werd weer zwaar mishandeld, maar liet geen woord los.
Wim van Kesteren kreeg zijn echte persoonsbewijs terug, en zijn fiets, voor
zien van goede banden, met de opdracht om zijn chef te gaan vragen, onder
welke voorwaarden de Duitsers zich eventueel aan het verzet konden overge
ven. Dit liep op niets uit, want de chef, Oom Theovan Eekelen, voelde er
niets voor om op het laatst nog risico te gaan lopen.
Ook in de spreekkamer in Oudorp was alles, tot in de vroegere regenbak toe,
doorzocht.
Wim en ik gingen in de loop van de middag uit het boetje, met een vletje,
liggend ons aan de graspollen langs de akkers voorttrekkend, naar de boerde
rij van Gerbrand Nieuwland aan de Wijde Vaart, waar wij in een holte in de
hooiberg afwachtten tot ons werd gezegd dat het sein op veilig stond.
-224-