extraatjes waren afkomstig van vrijwillige bijdragen, of van gedwongen
vorderingen door het verzet, liefst bij NSB-boeren of bouwers. Maar deze
vorderingen waren in hoofdzaak noodzakelijk voor het levensonderhoud van
onderduikers zonder bonkaarten. Meestal verliepen die vorderingen zonder
slag of stoot, maar een enkele maal was er weerstand. Een boer die zich
verdekt had opgesteld achter een deur en die de eerst-binnengekomene een
klap met een koevoet gaf, kreeg daarna zelf zo'n opdonder, dat hij het niet
overleefde.
In principe werd bij zo'n vordering een schuldbekentenis afgegeven, die na de
bevrijding zou worden vergoed. Behalve etenswaren werden soms ook andere
nuttige zaken meegnomen.
Eens fietste ik met Jaap Zeeman op de Bovenweg. Een andere fietser, die ons
inhaalde, zei tegen Jaap: Mooi karretje heb je, Jaap. Ja, antwoordde hij. En
de ander reed weer door. Jaap besefte dat zijn fiets, die de vorige nacht door
mensen van zijn ploeg was gevorderd, door de eigenaar was herkend
Van de Knokploeg van de Amsterdammer Rinus Knape heeft vooral de Oegst-
geester Piet Oud in ons huis onderdak gevonden. Zijn broer, de Alkmaarder
Martin Oud maakte ook deel van deze KP uit. Ik ontmoette hem weer op de
boot naar Indië. Ook Wim van Kesteren vond even, als van der Berg bij ons
onderdak, en Annie Kuenen kwam wel eens een praatje maken me: mijn
moeder. Cor Schouten was ons natuurlijk al bekend door zijn werk als
secretaris op het Pancrasser gemeentehuis. Al deze mensen waren gehuisvest
op verschillende adressen, aan of in de buurt van het Kerkplein. Behalve Cor,
die in Bergen woonde.
Ook van Jan Walter herinner ik mij nog dat hij bij ons kwam. Ik meen dat hij
kleermaker was, en van een laken een regenjas voor me heeft getoverd In de
'slag bij Rustenburg' op 11 october '44 raakte hij eerst zwaar gewond werd
toch nog ruw ondervraagd en daarna in een boomgaard doodgeschoten.
Af en toe vonden we geschreven dreigementen in de brievenbus. Een ervan
heeft ons erg vermaakt. De kinderachtig geschreven tekst luidde: "Dokter,
men zegt u is comunist en je vrouw is ook een kren".
In de hal van ons huis was bovenin de gangkast een dubbel plafond aan
gebracht. Met het laddertje uit de apotheek kon je, door de achter een
schilderij verborgen opening, in de ruimte daarboven komen. Bij alarm of
onzekere nachten werd daarin door betrokkenen, in hoofdzaak Cit Fluitman
en ik, soms de tijd of de nacht doorgebracht. Vanachter het schilderij was een
kleine strook van de hal zichtbaar. Zo kon ik tijdens de razzia van 16 januari
'45 mijn moeder met een Duitser zien staan parlementeren. Met succes, want
zij vertrokken onverrichterzake. Maar wij vroegen daarna aan burgemeester
Kroonenburg, en kregen dat ook, een familieregister, waarop ik niet voor-
-221-