verplicht om iemand te nemen. Dan kwamen zij voor de keus: of door de moffen te worden gesnapt, of door het verzet te worden uitgeknepen Er was over het algemeen meer lijdelijk dan lijfelijk verzet. Laat men niet denken, dat iedereen het verzet in dank zijn actie afnam. Vlak na de bevrijding - je was ook voor onbekenden als voormalig verzetsman herkenbaar door je 'uniform': de blauwe overal, het alpientje en de oranje band - werd mij door onbekenden op straat meer dan eens het verwijl onder de neus gewreven, dat het verzet door zijn toedoen de Duitse represailles had uitgelokt... Het was onze schuld geweest dat gijzelaars waren doodgeschoten. Dat was om uit je vel te springen. Gelegenheid om te schieten heb ik tijdens de bezetting niet gehad. Mijn vuur doop kreeg ik pas na de bevrijding, toen bij het ophalen van NSB'ers een Duitse soldaat op mijn makker, Cor Gouda, en mij schoot. Ook wij schoten, jammer genoeg, mis. Als die NSB'ers in de stad werden opgehaald en lopend naar het Huis van Bewaring gingen (vervoer was schaars in die dagen) dan moesten zij soms de Hitlergroet brengen, of met het portret van Mussert boven hun hoofd dragend lopen. Misschien niet al te menslievend en verheffend, maar gezien de omstandigheden ook weer niet onaanvaardbaar. Wel onaanvaardbaar was dat die NSB'ers door de begeleidende BS'ers soms moesten worden beschermd tegen agressie uit het publiek. De vlak-na-oorlogse ontwikkeling in Nederland ontging mij, zoals ook de anderen die als oorlogsvrijwilliger tegen Japan tekenden. De opleiding in Weert, het vertrek in october '45 naar Engeland en de opleiding daar, het vertrek op oudejaarsavond richting Malakka, de verdere reizen, de vele nieuwe indrukken en tenslotte de inzet in Nederlands Oost-lndië, maar ook de slechte voorlichting, de minimale levensomstandigheden, drongen de belang stelling voor wat in Nederland gebeurde op de achtergrond. Niet alleen het verblijf en de taak in de tropen, maar ook de terugkeer in Nederland, veroorzaakten bij de allermeesten van ons een, nog steeds niet verkropte, teleurstelling. De zuivering bleek op niets te zijn uitgelopen, de algemene mentaliten kwam lamentabel op ons over en was verre van hoopgevend. Even te ontgoocheld door de Indonesiche ervaring, en door de ontdekking van de ontwikkeling van de na-oorlogse Nederlandse samenleving bij de terugkomst na bijna drie jaar afwezigheid, emigreerde ik in 1950 naar Frankrijk en verloor het contact met het Nederlandse wel en wee. De uitreiking van het verzetsherdenkingskruis bracht mij, bijna een halve -212-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1995 | | pagina 218