We hadden er geen vermoeden van wat ons te wachten
stond. In de verste verte peinsden we er niet over dat
we Nederland voor enkele jaren gingen verlaten. Tot we
ongeveer ter hoogte van Hoek van Holland voeren en de
marconist aan dek kwam om te vertellen: "We hebben net
het bericht opgevangen dat ons land heeft gecapitu
leerd. We kunnen dus niet naar Holland terugkeren en
gaan nu proberen in Engeland te komen."
Even later hadden we een vliegtuig boven ons.
Viermaal werden we beschoten.
En wij dachten eerst nog: Wat komen er mooie lichtjes
uit de achterkant van dat vliegtuig... Maar toen er
een ruit op de brug rinkelend kapot ging, beseften we
wat die lichtjes te betekenen hadden...
De Duitse krijgsgevangenen gilden het uit van bang
heid: zij zaten opgesloten in het ruim, de luiken
waren vergrendeld, ze konden dus geen kant heen
We kregen toen ook in de gaten dat zo'n 35 soldaten
bij-elkaar op de voorplecht wel een heel gemakkelijke
prooi voor de mitrailleurs van een vliegtuig vormden.
Daarom vroegen we de kapitein of de helft van ons op
het achterschip mocht gaan zitten. Deze had daar in
het minst geen bezwaar tegen.
Ik was bij degenen, die naar achteren waren gegaan.
Plotseling zag ik iets, vandaar dat ik schreeuwde:
"Een rood licht achter ons in 't waten en 't beweegt!"
Meteen merkten we dat de "Tesselstroom zijn koers
wijzigde en vervolgens met een slakkegangetje verder
ging varen.
Later is ons verteld dat het rode licht achter ons een
duikboot was en het schip, om deze te ontwijken, dwars
door een mijnenveld was gegaan. Doordat onze boot
uiterst langzaam voer, duwde die als het ware de mij
nen, die aan kettingen lagen, voorzichtig wat opzij.
Wanneer een schip met een vaart tegen een mijn op
botst, explodeert zo'n ding onmiddellijk, maar weet je
hem voorzichtig wat aan de kant te duwen, dan gebeurt
er niets.
Later heeft de kapitein ons bedankt voor onze houding
aan boord. En speciaal bedankte hij de jongen, die had
gewaarschuwd voor een onder water naderend rood licht.