-203-
Voornamelijk geschiedkundige gegevens uit voorgaand verslag zijn geput uit het werkstuk VL-VLU,
Amsterdam 1978, door Jan van Baar, welwillend gecorrigeerd door de auteur. Andere feiten tomen uit
rapporten van de verzetsdeelnemers Cor Schouten, Bart Benedlck, Wim Rol, Roel Westerop en uit eigen
geheugen, aangevuld door informatie van Abe Brandsma en Johan Schuurman.
De denigrerende benaming moffen Inplaats van Duitsers is aangehouden, juist omdat dit een betekenend
verschil tussen de toenmalige moffen en de huidige Duitsers moge aanmerken.
Moraliteit.
De relatie tussen de RVV (Raad Van Verzet) en communisten verdient enige
verheldering. De RVV kan, zoals ook al in de tekst is vermeld, niet ronduit
als een communistische organisatie worden omschreven; zoals dat toch
vaak gebeurd. Wel kan worden vastgesteld dat zij die er deel van uit
maakten over het algemeen (sterk) links waren georiënteerd. De emotionele
reacties die bij sommigen alleen al het woord communisme oproept, verge
makkelijkt een objectieve benadering niet. Laat ons eerst even trachten die
objectiviteit te scheppen.
Allereerst kan worden opgemerkt, dat onder de hoedjes communisme en
christendom van alles blijkt te kunnen worden gevangen; veel goeds, maar
ook veel kwalijks. Tussen het communisme van Rosa Luxemburg en dat van
Mao Zedong (Tsé Tung heette hij vroeger) ligt een wereld; tussen het
christendom van Calvijn en het Vaticaan de inquisitie.
Communisme en christendom, vaak slechts als tegenstrijdige begrippen
voorgesteld, hebben niettemin met elkaar gemeen dat zij zijn uitgevonden,
of dat hun practische doel is, om de menselijke samenleving te regelen. Bij
het communisme gaat men uit van het vertrouwen in de mens, bij het
christendom (en andere godsdiensten) in het vertrouwen op een goddelijke
macht. Het begrip christen-communisme bestaat zelfs.
Beide stromingen zijn ongelukkigerwijs, maar menselijkerwijs, onderhevig
geweest aan (machts)misbruiken, en fanatieke integristen. Zo goed als het
communisme door Stalin werd verraden, zo goed werd het christendom dat
door de inquisitie (andere voorbeelden zijn er, voor beide begrippen, jam-
mergenoeg te over). Al gaf Stalin zich uit voor een communist, al gaf Hitier
zich uit voor een gelovig mens, men hoeft hen daarom nog niet op hun
woord te geloven. Het Gott mit uns op de Duitse koppelgesp was nog geen
garantie voor de goede moraliteit van de drager ervan, zomin als het dat is
voor degene die betaalt met guldens waar God zij met ons op staat.
Laten gelovigen ondertussen maar rustig geloven dat er heel fijne commu
nisten bestaan, zoals communisten ervan overtuigd mogen zijn dat er heel
rechtschapen gelovigen te vinden zijn.
Dat iemand bijvoorbeeld in een familie moeilijk kan verdragen dat een
ander familielid een andere overtuiging dan de zijne is toegedaan, is,