daaropvolgende vlucht naar Spanje waren zeker slechts als een aardigheidje
te beschouwen.
Daar tegenover kan in 1995 in de pers (Trouw, 18 maart) worden oogera-
keld dat de, na de bevrijding in Nederland eerst ter dood en daarna tot
levenslang veroordeelde Nederlandse Schalkhaar-agent en SS'er Auke
Pattist, in '51 naar Spanje vluchtte. Maar niettemin kon hij in 1970 van een
Nederlands Staatsbedrijf de opdracht krijgen om in Spanje Spaanse castar
beiders daarvoor te selecteren, en kon een attaché van de Nederlandse
ambassade in Madrid bemiddelen na de bekeuring van Pattist wegens het
overtreden van de emigratiewet. Men krijgt dan toch de indruk dat er iets
niet in orde moet zijn. Pas toen in 1979 om zijn uitlevering werd gevraagd,
raakte Pattist in Spanje - in 1983! - even achter de tralies. Maar daar het
Spaanse hof de delicten waarvoor hij was veroordeeld verjaard achtte,
kwam hij weer vrij. Nederland is er verder niet nieuwsgierig meer naar.
Dat men na de bevrijding ook in Sint-Pancras niet op alle slakken zout wil
leggen blijkt, wanneer een gemeenteraadslid die als pro-Duits bekenc stond
en zich daarom voor het gerecht heeft moeten verantwoorden - waa'bij hij
weliswaar van verdere vervolging werd ontslagen - rustig bij de eerstvol
gende gemeenteraadsverkiezingen weer wordt herkozen.
Sommigen uit het verzet melden zich zo gauw mogelijk na de bevrijding aan
als oorlogsvrijwilliger tegen Japan, in de hoop daarmee aan de bevrijding
van Nederlands Oost-lndië, zoals dat dan nog heet, deel te kunnen nemen.
Dat in deze beslissing een ontvluchting van de na-oorlogse ontgoocheling
ook een rol speelt, lijkt moeilijk te ontkennen.
Maar tegen de tijd dat al deze vrijwilligers uit de kop van Noord-Ho:!and -
waaronder veel Heidersen, en Texelaars die samen met de Russen aan de
opstand hebben deelgenomen - in een barakkenkamp in Medemb'ik zijn
bijeengebracht, heeft Japan gecapituleerd.
Na een opleiding in Weert en Engeland worden zij toch naar de Oost
gezonden, om er uit naam van Nederland, weer de orde te herstenen. Zo
zijn zij van de regen in de drup gekomen. Hoe dit avontuur zal aflopen, is
nu bekend.
Kort na de bevrijding werd in Alkmaar een groep Militaire Politie gevormd,
die onder leiding van Jan Kieft uit Grootschermer komt te staan. De
Oudorpers Bart Benedick en Piet Reus die er deel van uitmaakten, gaan in
april '46 in opleiding bij het Korps Rijkspolitie. Zij merken al gauw dat de
Schalkhaar-mentaliteit daar nog welig is blijven tieren. (In Schalkhaar was
vanaf '41 een 'Nederlandse' politieschool die totaal op nazi-leest was
geschoeid.) De opleiding bij de Rijkspolitie zou in handen zijn van politie-
-201-