-198- en deze daarna te hebben gebroken. Bij de laatste woorden buigt Henk de sabel van de officier op zijn opgeheven dij dubbel, en kwakt hern heel theatraal voor de voeten van de bibberende officier op de tegels, waarbij de vonken opspatten. Zelf zijn de mensen van Jaap Zeeman later gelegerd in een barakkenkamp aan het eind van de Westerweg, bij de Kattenberg in Heiloo. Aaf Conijn, een koerierster, geeft daar tegen de mening van bijna iedereen in, meteen al blijk van haar scepticisme betreffende de solidariteit van het verzet om in deze na-oorlogse tijd de nodige veranderingen door te drukken. Al krijgt zij daarin gelijk, tientallen jaren later zal zij een paar jaar voor het eind van haar leven toch door deze solidariteit niet aan haar lot worden overgelaten, maar goed worden verzorgd. Later na de bevrijding wordt aan de groep van Jaap Zeeman opgedragen de wacht te betrekken in de Duitse radarpost Salzhering, in de duinen ten zuiden van den Helder, aan de Barakkenveldweg. Voor het in stand houden van deze belangrijke en technisch voorlijke installatie staan twee Duitsers met hun leven borg. Van de eerst aanwezige Canadezen worden dankbaar voedselvoorraden overgenomen. Maar de rijstebrij met gedroogde abrikozen, waar men zich de eerste dagen dankbaar en gulzig op werpt, begint daarna de keel uit te hangen. Het eten wordt bereid in de grote, met roestvrijstalen electrische installaties ingerichte keuken, en in de eetzaal verorberd. Op vertoning van een Duitse Esskarte. Alles is natuurlijk ondergronds. Men slaapt op de stapelbedden in de bunkers. Sommige ervan zijn luxueus ingericht, met Perzische tapijten op de vloer, verlichte vitrines gevuld met kristalwerk en andere snuisterijen, en schilderijen aan de wand, een luchter aan het plafond. Alles waarschijnlijk her en der gestolen. De kleermakerij hangt vol met spiksplinternieuwe uniformen, in de schoenmakerij staan nog leerkleurige even nieuwe Stiefels. Die magazijnen dienen voor de BS'ers als souvenir-mijn. Het Salzhering-complex bestaat uit behalve een groot aantal manschappen- bunkers en de bijbehorende gedeeltelijk al genoemde voor het levensonderhoud noodzakelijke elementen, ook nog uit de technische installaties. De bovengrondse enorme Mammuth antenne (vanuit Pancras te zien) en een paar oriëntabele cirkelvormige antennes, in de duinen, vallen het meest in het oog. Onder de grond bevinden zich de bedienings- en ontvangstposten. In een grote bunker staat een op glas geplakte kaart van de kop van Noordholland. Het is door het personeel met spotjes mogelijk op die kaart de positie van geallieerde vliegtuigen - via de radarinstallatie bekend - en die van de Duitse nachtjagers te materialiseren. Op deze wijze wordt de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1995 | | pagina 204