-190- Diezelfde nacht vaart in twee schuitjes een BS-ploeg (RVV) van een tiental mannen naar het spoorbruggetje bij het Meertje van Leyen. Uitkijkposten worden uitgezet, en een springlading wordt onder het bruggetje aangelegd. Om half vier in de ochtend komt de springlading tot ontploffing. De eerste ochtendtrein vanuit Alkmaar, voorzien van platte beveiligingswagons, stoot op de lading en het bruggetje wordt totaal vernield. Deze sabotage vindt zijn doel in het verhinderen van Duitse troepenaanvoer richting de Helder, en om zo steun te bieden aan de Georgiërs in Duitse dienst op Texel, die op 6 april onder leiding van hun kapitein Loladse in opstand zijn gekomen en worden bijgestaan door de plaatselijke illegaliteit. Aanvankelijk hebben zij succes, maar vooral nadat de Duitsers per boot versterkingen hebben aangevoerd wordt de opstand tenslotte op 21 april bloedig onderdrukt. Deze feiten worden op het vasteland pas later bekend. Texel zal pas op 20 mei '45 door de Canadezen worden bevrijd. Als Rinus Knape dan ook in die dagen de opdracht krijgt, om de spoorbaan Alkmaar - Den Helder onklaar te maken, voert hij deze niet uit. Omdat hij de redenen niet kent, en hij Duitse represailles vreest tegen de mensen die de baanwacht uitoefenen, waaronder zich leden van zijn eigen ploeg be vinden. In zekere zin is dit soort aanslagen kenmerkend voor de BS-periode. Uit opgekropte woede worden, misschien niet altijd even weloverwogen (maar dat is makkelijk te zeggen, achteraf) acties ondernomen, mogelijk gemaakt door de eindelijk ruimer beschikbare wapens en springstoffen. Hoewel de latere bijstand in het kader van de BS door de eerdere verzets mensen graag wordt aanvaard - ook om bij de bevrijding bijltjesdag te verhinderen - is ieder het slachtoffer van de door de Nederlandse Regering in Londen opgedrongen overheersing door de OD. De verwachting, in de illegale beweging gewekt, 'dat het na de oorlog allemaal anders zou worden', wordt al bij de reorganisatie van de OD ondermijnd. Twee Duitse militairen komen in de loop van de volgende dag de schade in ogenschouw nemen; "We komen nog wel terug", of iets van die strekking is hun commentaar. De omwonenden beginnen het ergste te vrezen, enkelen verwijderen zich uit voorzorg. Veel nieuwsgierigen komen daarentegen een kijkje nemen. Naar aanleiding van deze laatste spoorwegsabotage regent het op zondag 15 april geruchten over ophanden zijnde represailles. De spertijd is dan om acht uur. Tegen negen uur 's avonds worden twintig gevangenen van de Weteringschans (te Amsterdam) in een verhuisauto aangevoerd en in een halve cirkel gezet bij de spoorwegovergang. Zij worden door een vijftigtal Duitsers bewaakt. Omwonenden, de familie de Goede en den Hartigh zijn getuige van wat er gebeurt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1995 | | pagina 196