-185- de ondergrondse. Wat de Landwachters deed lachen en zeggen: Goed, rij maar door. De Duitsers houden 's avonds controle op de naleving van de spertijd en de verduisteringsvoorschriften. Begin januari '45 wordt Klaas van Dijkhuizen, lid van de groep van Jaap Zeeman, door zo'n patrouille gearresteerd. Bij een snelle huiszoeking in het huis van Ab Meier, waar nog drie anderen op hem zitten te wachten om daarna wapens te gaan ontvetten in het molentje van Heinis, wordt niemand echter gevonden. Maarten Kooy had nog net weten weg te komen, Wim Rol en zijn makker zijn in de ruimte onder de bedstee gedoken, waarin Abs kinderen slapen. De huiszoekende officier, zijn pistool in de bibberende hand, spreekt zichzelf moed in door luid te schreeuwen: "Gib mir hundert Partisanen, ich habe keine Angst!" Hij heeft zo'n haast om weg te komen, dat niets wordt gevonden. Jaren na de oorlog komt de verklaring van deze zelfbemoedigmg. De Duitsers in Alkmaar waren, volgens de late getuigenis van een van hen, in de veronderstelling dat zich in de Kop van Noord-Holland horderden partisanen ophielden. Mogelijk is ook het vrijlaten van Klaas van Dijkhuizen te danken aan het feit dat deze Duitsers geen risico wilden lopen. Dat dit risico niet denkbeeldig was mag blijken uit het feit dat door de inmiddels gewaarschuwde Jaap Zeeman wel degelijk maatregelen waren genomen om de gevangene gewapenderhand te bevrijden bij zijn afvoer richting A kmaar. Als Klaas zich door de Duitsers naar de 'Boerenleider', de plaatselijke ver tegenwoordiger van de nationaal-socialistische boerenorganisatie Landstand heeft laten brengen, wordt hij door deze weer iosgepraat. Bij de razzia van 16 januari '45 worden vooral in het zuidend veel jongens opgepakt. De zoon van Commandeur, die zich onder de vloer had verstopt, krijgt een paar bajonetwonden als de moffen een steekproef houden. Cor Schouten wordt bij deze gelegenheid ook gepakt, en met een aantal andere mannen naar het stationnetje Sint-Pancras afgevoerd. Daar worden zij met veel anderen uit het zuidend in een goederenwagon gestopt. Burgemeester Kroonenburg weet echter zijn enige en onmisbare ambtenaar voor verdere wegvoering te behoeden. Karel(tje) van Ginkel heeft in deze tijd bij Jaap en Tine Huibers de stuipen op het lijf gejaagd. Hij is, met Jan Groen en Tom Pijke bij hen onderge doken. Op een avond hadden deze drie in een café bij Alkmaar met een Feldwebel ruzie gekregen bij de toiletten. Zij hadden de man neergeschoten en hem in de Hoornse vaart gegooid, na hem te hebben uitgekleed. Ook waren zij in het café van Koekenbier in Alkmaar geweest, waar zij een paar pistolen hadden gepikt die jonge Duitse officieren in een kast hadden

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Klin - Sint Pancras | 1995 | | pagina 191