-181-
Wekelijks bezorgde hij een extra brood bij een lijstje van door mij verstrekte
adressen.
Iets anders. Op een zaterdagmorgen was ik bezig in mijn tuintje. Er stopt
een mij onbekende jongeman. "Bent u Groen? Ja? Dan heb ik wat voor u"
Ik wist niet wat me te wachten stond, en vroeg hem me eerst maar eens te
vertellen wie hij was. "Dat doe ik liever niet." "Dan moest je maar
doorgaan. Ik weet van niks en ik heb niks besteld." Hij haalt dan een
doorgescheurde, beschreven briefkaart uit zijn binnenzak. "Als ik u dit nu
eens laat zien." De andere helft was in mijn bezit. Ik nam het pak aan; er
zat een gedemonteerde sten in. Ik was wel wat bezorgd over dit bezit.
Jaap Groen van de Benedenweg, later raadslid, was een goede NSB'er. Hij
had ook onderduikers. Tegen het eind van de oorlog zei hij: "Het is me
allang duidelijk dat ik op het verkeerde paard heb gewed. Maar het is me te
kinderachtig om nu te bedanken."
Toen als sabotagedaad de spoorbrug eens driekwart meter omhoog was
gedraaid zat die ogenschijnlijk muurvast. Maar later hadden ze hem zo weer
los. De Duitsers wilden eerst als represaille het huis van Cor Smit in brand
steken. Cor was aanvankelijk ook Duitsgezind en bij hem heeft ook Mussert
aan de wand gehangen. Maar zijn vrouw was ziek, daarom hebben de
Duitsers het huis van buurman Wiering maar genomen.
'Duitse Kareltje' was een wilde jongen. Hij heeft Kalis, de Boerenleioer aan
de Noordervaart, doodgeschoten. Als waarschuwing lichtte hij 'Bare Jan'
van zijn bed en zette hem in een stoel op de Bovenweg. Eerder gooide hij
in Alkmaar een handgranaat naar een groepje Duitse soldaten.
In het laatste oorlogsjaar had de jeugd samenkomsten in de gereformeerde
pastorie van Sint-Pancras. Door de predikant georganiseerd, waarsonijnlijk
om ze toch nog enige ontspanning te bieden. Men zorgde er voor 's avonds
voor spertijd, om acht uur aanwezig te zijn; het vertrek kon niet eerder
plaatsvinden dan de volgende morgen om zes uur. leder was welkom, en
moest zorgen voor de nodige proviand. Bakker Verkuil wilde koek oakken
als hij er de grondstoffen voor kreeg. Van iedereen werd verwacht dat hij
zijn aandeel leverde in het programma: voordracht, accordeon, banjo,
bijbellezen, dansen, enz.
In Alkmaar was een zendamateur, Zandbergen. Op ongeregelde tijden had
hij contacten met een Engelse amateur, die de berichten weer verder
doorgaf. In het begin van de tachtiger jaren hebben zij elkaar voor het eerst
gezien.
Tot zover de herinneringen van Piet Groen.
Daar in bovenstaande sprake is van een goede NSB'er, wordt hier even na
der ingegaan op de mogelijke diverse stellingnames van verschillende
Duitsgezinden. (Het onderscheid tussen pro en contra werd door de Duitsers
Deutschfreundlich en Deutschfeindlich genoemd.) Alle graduaties, alle