-172-
weggehaald. De honderd gulden krijgt hij van Rinus vergoed. Aan de boeren
worden - na de oorlog te innen - schuldbekentenissen afgegeven. Bij een
NSB-boer zal dat wel eens vergeten zijn.
In de tuin achter het huis van de dominee bouwt Gerrit Kuenen een geven
tileerde schuilplaats met houten wanden en stro op de bodem, waar ook
wapens worden verstopt. Het deksel op de ingang van de buis die er heen
leidt wordt door een struik gecamoufleerd.
De benaming BS (voor het bevrijde zuiden waar vele niet-illegalen er deel
van uitmaken, en officieel eigenlijk juister NBS, Nederlandse Binnenlandse
Strijdkrachten voor het nog bezette gebiede) voor 'de ondergrondse' raakt
in dit najaar '44 in zwang.
In de maanden na september '44 worden bij de OD in allerijl nieuwe ploegen
gevormd, voornamelijk gerecruteerd uit het voormalige Nederlandse leger.
Deze worden door de eerder actieve anderen als 'septembergasten' betiteld.
In de praktijk laat men zich aan de officiële organisatorische indeling vaak
niet al te veel gelegen liggen. Meer dan eens weet men niet precies bij
welke organisatie men nu eigenlijk hoort, en werken mensen uit verschil
lende groepen samen, zoals zij dat soms al tevoren gewend waren. Voor
sommigen wordt hun officiële administratieve indeling pas na de oorlog
duidelijk. Naast deze organisaties blijven ook nog individueel actieve
verzetswerkers bestaan.
De KP-Alkmaar legt in de periode voor Dolle Dinsdag (5 september '44) een
groot aantal activiteiten aan de dag, waaronder een overval op het distri
butiekantoor van Oudorp en dat van Sint Pancras.
Een ander voorbeeld van een politieman die in onze contrijen veel
verzetswerk doet, is de marechaussee Henk Gottlieb. Medio '44 wordt hij
overgeplaatst naar den Haag, waar hij meedoet aan 'kraken'. Op 12 october
wordt hij gearresteerd, evenals zijn verloofde en medewerkster Jopie Bohn.
Jopie komt na drie weken vrij, maar Henk wordt op 6 of 8 november '44
gefusilleerd. Henk Gottlieb ligt begraven op de erebegraafplaats in Over-
veen, niet ver van Jaap Balder.
Doordat zoveel arbeidskrachten zich aan inzetting door de Duitsers
onttrekken, kunnen de laatsten slechts door lukrake razzia's trachten het
arbeidspotentieel aan te vullen. Zoals soms voor de Marinewerf van Den
Helder gebeurt. Veel van de elders, ook in Sint-Pancras, geëvacueerde
werkkrachten laten hoe langer hoe meer verstek laten gaan. Zij willen hun
leven niet riskeren in de steeds frekwenter wordende geallieerde bombar
dementen van de werf.