-165-
Mogelijk is dit alles het gevolg van het feit dat hij geen aangifte heeft
gedaan bij de politie van de aanwezigheid van de joden, waartoe men in die
tijd op straffe van de dood bij in gebreke blijven, verplicht is. Maar dit moet
dan wel door iemand zijn verraden. Ook hier wordt nooit ontdekt wie dat is
geweest. Spoorloos verdwijnt bakker Bruin.
Totdat pas in '46 bekend wordt, dat hij eerst naar de Sicherheitsdienst in
de Euterpestraat (nu Gerrit van der Veenstraat) in Amsterdam werd
gebracht, en daarna naar Vught. Vanuit Vught wordt hij naar het concen
tratiekamp Sachsenhausen getransporteerd, waar hij met een gebreken rib
in het 'ziekenhuis' terecht komt. Een Gronings schoolhoofd heeft daar met
hem gezeten, en deze vraagt in '46 aan de familie Bruin of hun vader is
teruggekomen. Pas vele jaren later wordt bekend dat bakker Bruin vanuit
Sachsenhausen naar Buchenwald is vertrokken en tenslotte, als de Ameri
kanen dit kamp naderen, met andere zieken naar Bergen-Belser wordt
gebracht. Er is een aantekening gevonden dat hij daar is overleden.
Gek genoeg worden Heynis en zijn vrouw door de Duitsers met rust gelaten.
Toch volgen zij de raad maar op om onmiddellijk weg te gaan. Eerst
vertrekken zij naar de Beemster, en later naar Overijssel. Inderdaad komen
Duitsers later, en dus vergeefs, terug om ze op te halen.
Andere joden zijn, meestal voor enige tijd omdat het anders te vee' in de
gaten loopt, ondergebracht bij Cor Boon en juffrouw Verweel.
Na de oorlog, bij zijn proces, weet van Manen zich niet meer te herinneren,
ooit in Sint-Pancras te zijn geweest.
Later worden in het molentje wapens bewaard en wordt er wapeninstructie
gegeven. Eens is er daar per ongeluk een onscherpe bazooka-granaat afge
schoten, wat zonder verdere gevolgen bleef. Er wordt in het molentie ook
van een zender gebruik gemaakt, in de wieken is de antenne aangebracht.
De stroom wordt geleverd door een grote accu.
Sint-Pancras telt in deze tijd 2000 inwoners, waarnaast naar schatting 200
onderduikers, waarvan het leeuwendeel bestaat uit mensen die weigeren
voor de bezetter te werken. Velen helpen een handje mee op het land.
Alvorens het verzet in zijn verdere ontwikkeling te volgen, wordt hier eerst
een apart overzichtje gegeven van de voor de morele steun zo belangrijke
illegale pers.
De Vrije pers.
De verspreiding van de illegale pers in Sint-Pancras vindt een aanvang in
1940 met het MLL-bulletin, vanaf januari '41 overgegaan in Spartacus, ge
richt tot een klein aantal MLL'ers ter plaatse. Een vergelijkbare lezerskring
betreft De Waarheid, uitgegeven door de nu illegale CPN (Communistische