-156-
In ons land, zoals elders, gaan de Duitsers hoe langer hoe straffer de baas
spelen. Daarin worden zij bijgestaan door welbewuste collaborateurs. Maar
ook de overheidsorganen staan natuurlijk onder Duitse controle. Als dat
voor sommige, zoals de belastingen of de posterijen, niet al te veel
consequenties met zich meebrengt; voor politiemensen echter wordt het de
keus: al dan niet graag meewerken, of doen alsof en zoveel mogelijk de
boel saboteren. Ook de goedwillende burgemeesters staan voor dit pro
bleem. Het is aan ambtenaren bij de Nederlandse (vooroorlogse) wet
verboden ongehoorzaam te zijn aan de bezettingsautoriteit. Daaraan wordt
door de minister-president Gerbrandy vanuit Londen via de radio nog ver
schillende malen herinnerd.
Burgemeester Jacobus Kroonenburg zal tonen dat hij, mede omdat hij de
Duitse taal goed meester is, redelijk weet te schipperen. Zo zal hij bijvoor
beeld in de hongerwinter bij de Duitsers een vergunnig weten los te wurmen
om bomen, voor brandhout, te kappen. Er is dan een kapverbod, omdat de
Duitsers de bomen langs de wegen nodig hebben om daaronder hun auto's
tegen geallieerde vliegtuigen te kunnen verstoppen.
Die vliegtuigen komen met de duur van de oorlog steeds vaker en talrijker
in de lucht. De Duitsers schieten er natuurlijk op, met luchtafweergeschut
en ook met hun jagers van het vliegveld Bergen. Al in de winter '40—'41
komt een geallieerd vliegtuig neer bij de Broeker veiling. De omgekomen
piloot Joe David wordt op het Kriegerfriedhof in Alkmaar begraven. Anderen
zijn gelukkiger en kunnen zich redden met hun parachute. Zij worden met
een beetje geluk door het verzet opgevangen en zo mogelijk, vroeger of
later, meestal langs een ontsnappingslijn via België, Frankrijk, soms ook
nog Zwitserland, naar Spanje en tenslotte Engeland geholpen. Op het
huisvesten van deze bijzondere onderduikers, in de verzetsmond konijnen
genoemd, staat de doodstraf.
In Broek op Langendijk is de timmerman Jaap Balder hiermee zeer actief,
bijgestaan door Vroegop, en in Alkmaar o.a. Nel Lind, Wubbo Graafhuis en
ook Jet Roosenburg.
Later in de oorlog breidt de 'piloten'hulp zich uit. Dan worden, in een vaak
ononderbroken komen en gaan, soms duizend bommenwerpers tegelijk
ingezet - waarvan dikwijls meer dan zeventig worden neergeschoten, wat
een personeelsverlies van 600 tot 700 man betekent. Een deel van hen
bereikt, zoals gezien, per parachute behouden of geneeslijk de grond; weer
een deel daarvan kan worden weggewerkt. Alleen in Nederland komen meer
dan 6000 vliegtuigen tijdens de duur van de oorlog neer.
Jaap Balder zal worden verraden en op 23 juni '44 gearresteerd. Op 16 juli
'44 wordt hij, samen met de Alkmaarse KP'ers Kleising, Prins en Ritzema als
represaille, na een poging tot ontzet van gevangenen uit het Huis van
bewaring in Amsterdam, gefusilleerd.