Al heel gauw werd ons
verteld dat we te lang
zaam voeren, want we
hadden een stoomketel
verloren doordat één van
de drie oliegestookte
"vuurgangen" was uitge
vallen
Dus lieten ze ons aan
ons lot over.
Met onze 15.000 tonner
hadden we het geluk dat
we niet op één van de
als zeer gevaarlijk
bekend staande routes
voeren, zoals de Moer-
manskweg en die in de
Noord Atlantische Oce
aan, waarop veel vracht
schepen tot zinken wer
den gebracht
Maar toen wij in Trini-
dad aankwamen hoorden
we, dat veel schepen van
ons convoo.i daar niet
waren aangekomen.
Nadat de reparatie was
verricht, voeren we
naar Engeland.
Daar werd ik overgeplaatst naar de "Johan van Olden-
barneveld", een schip van 21.000 ton met twee enorme
cylinder Diesels.
Aan het einde van de oorlog waren wij op thuisreis van
Bombay naar Liverpool. Het werd evenwel september 1945
voordat ik terug was in St.Pancras.
Daarna heb ik nog een paar reisjes gemaakt, een naar
Zweden en de volgende naar Ned. Indie. Dat was een
prachtreis, zonder gevaar, volop belicht en onze eind
bestemming was het wondermooie eiland Celebes, waar we
een lading copra haaldencopra=gedroogd cocos-vrucht-
2e van rechts: Jan Slijker
-8-