-139-
april
mei
juni
7 Mevr. A.Mol-Over uit Koedijk schrijft per inge
zonden brief: Nu er vanwege de schaarste geen brandstofbon
nen meer worden verstrekt zouden degenen die aangesloten
zijn op het gas hen die dit niet zijn, kunnen helpen.
Anders moeten zij in de kou zitten Wie wel brandstof
heeft zou 's zondags een gezin, dat in de kou zit, kunnen
uitnodigen.DIT IS DE WARE WINTERHULP
3 Het bestuur van het Witte Kruis stelt de hier
tijdelijk wonende Heldersen gelijk met de leden. Hoewel het
nu verboden is om kievitseieren te zoeken gebeurt dit nog
steeds en wordt er meermalen over de bebouwde akkers
gelopen. Hier is werk voor de politie.
7 WINDHOOS over St.Pancras. Bij Van Twisk werden 7
één-ruiters van een plantenbak gelicht en iets verder
neergesmeten.
3 Met twee zoontjes en een vriendje (Anne van der Bijl) was
de heer Kortleven gaan zeilen op het Alkmaarder meer.
Plotseling sloeg de boot om. Kortleven, een goed zwemmer,
wist twee van de jongens op de omgeslagen boot te krijgen,
de derde jongen ging verschillende malen onder water en kon
ternauwernood worden gered. Kortleven zelf werd deze
inspanning teveel en verdronk. Pas enkele dagen later werd
zijn lichaam gevonden. De heer P.L.Wapenaar, oud hoofd van
een school in Ymuiden, vertelde dat hij gedurende de mobi
lisatie, toen meester Reuter werd opgeroepen om als mili
tair dienst te doen, diens tijdelijke onderwijs-vacature
had waargenomenToen door het plotseling overlijden van de
heer Kortleven het bestuur opnieuw in moeilijkheden kwam,
vroeg men hem om ook deze tijdelijke betrekking aan Het
Baken te willen waarnemen. Hij herinnert zich het volgende
voorval: In die periode, ergens tussen begin juni en medio
september, werd het personeel van zowel de openbare- als de
christelijke school van St.Pancras gelast om te verschijnen
voor de Ortskommandant te Alkmaar. Wij, meester Reuter,
juffrouw Bood, juffrouw Verweel en mijn persoon met meester
De Ruyter, juffrouw Daalmeyer en nog een onderwijzer van de
openbare school (Van der Tak versterkt met burgemeester
Kroonenburg gingen op het fietsje naar Alkmaar. Nagekeken
door de Pancrasser burgerij met in hun hart de vraag:
"Wanneer zouden we hen terugzien