Vanwege de oorlogstoestand moesten we helemaal rond
Kaap de Goede Hoop naar onze bestemming Batavia.
Zonder veel moeilijkheden bereikten we Kaapstad en
nadat we enkele dagen in deze prachtige stad hadden
doorgebracht, stoomden we verder. Het was een lange
reis, want op volle toeren maakten we ongeveer 15 mijl
in een uur.
In Nederlands Indie was toen nog alles bij het oude:
mooi en interessant.
Later voeren we via een omweg langs Manilla naar Syd-
ney in Australië. Daar werd ons schip in enkele weken
gereed gemaakt om 1000 man troepen te vervoeren. Dit
werd dus onze taak: Australische en Nieuwzeelandse
troepen naar het Midden-Oosten brengen, via de bloed
hete Rode Zee en het Suez-kanaal
Enkele "retourvrachten" waren:
In Haifa kregen we eens een lading Joden, zowel man
nen als vrouwen en overwegend jongeren. Ze waren in
opstand gekomen tegen de daar toen regerende Engelsen.
Ook vervoerden we later krijgsgevangenenzoals belab
berde Duitsers en vrolijk zingende Italianen. Die
brachten we naar het eiland Mauritius.
De meest bijzondere lading was een schip vol negers
van Ghana, de goudkust van Afrika. Ze kwamen zo uit de
rimboe, hadden gevijlde tanden en waren hevig getatoe-
eerd
Vermoedelijk waren ze in 't geheel niet van de oor
logstoestand op de hoogte en waren ze zo niet gedwon
gen, dan wel onder valse voorwendsels uit hun land
weggelokt om op het oorlogsterrein te kunnen worden
ingezet. Die stakkers brachten we naar Singapore, net
voor de Japannezen daar binnenvielen.
Toen dat laatste gebeurde waren wij gelukkig net weer
op weg naar Durban in Zuid-Afrika.
Het leven op zee was niet zo slecht: Het eten meestal
goed. Wel eentonig En alles moest steeds potdicht en
donker blijven, zoals het raampje in de hut. Dat was
niet aangenaam, maar ach, we waren jong en het was
nodig
-6-