-118-
kanten kwamen. Met zijn zwager KEES DE JONG uit Alk
maar verliet hij aan de achterkant zijn ouderlijke
woning en de mannen slaagden er in om ongemerkt het
rietbos te bereiken. Daar lag een oude schuit. Het
ding was niet helemaal waterdicht, maar ze konden
ermee de rietvelden binnendringen en op een drogere
plek uitstappen. Daar stelden ze zich enkele uren
verdekt op
((Tegelijk met hen zaten op veel meer plaatsen in dit uitge
strekte gebied mannen die zich schuil hielden voor de bezettende
macht. Op die dag liep zelfs een Landwachter op een wat hoger
gelegen dijk langs het rietbos almaar roepend: "Kom er maar uit
hoor, ze hebben jullie toch al ontdekt
Aan de westkant van het dorp vluchtten velen per schuitje het
Geestmerambacht in. Hier kon men alleen varend komen, vandaar
dat dit ook een uitstekend gebied was om 'tijdelijk onder te dui
ken' Op enkele plaatsen in de veert lag altijd een schuitje
gereed 'voor geval van nood'
Eveneens aan de Heerenweg, ruim honderd meter noorde
lijker dan Jan Bleeker, woonde BATE PIERSMA. Ook hij
zag de Duitsers aankomen langs spoorlijn en Heerenweg.
Huis na huis werd doorzocht. Vandaar dat hij vond dat
het tijd werd om weg te wezen en in zijn schuilplaats
onder de vloer kroop. Even later waren de soldaten ook
bij hen binnen. Toen die boven zijn hoofd liepen, be
gon hun hondje vervaarlijk te keffen. Zijn zuster,
bang dat het geblaf de Duitsers wel eens op verkeerde
gedachten kon brengen, nam het beest op en wist het
tot bedaren te brengen. Toen de heren in huis niets
anders dan een foto vonden, waarvan hen werd verteld
dat de persoon in questie in Duitsland werkte, gingen
ze de schuur doorzoeken, prikten driftig met de bajo
netten in het hooi en toen ook dat niets opleverde,
zochten ze een volgende woning op
KLAAS COMMANDEUR, die vlak bij de spoorwegovergang
woonde, ging na het middageten met een partij zelf
geteelde tabaksbladeren naar de Achterweg. De bladeren
waren gedroogd en moesten nu gefermenteerd worden.
Nico Klaver, die in de buurt van de overweg woonde,