-100-
HOORNSEWEG 10-10-1944
De volgende dag zetten de Duitsers hun wraakneming
voort met het verbranden van drie, aan de Hoornseweg
gelegen huizen. Eén van de bewoners, de nu 81-jarige
mevrouw Vingerling, vertelt daarvan:
Mijn schoonvader woonde toen aan de Frieseweg. Hij had
net een maagbloeding gehad en was daaraan geopereerd.
Omdat hij niet voor zichzelf kon zorgen, was hij tij
delijk bij ons ingetrokken.
Toen we op 9 oktober hoorden van de spoorwegsabotage
zei ik tegen mijn man: "Als daar ons huis maar niet
gaat Mijn schoonvader wilde geen dag langer aan de
Hoornseweg blijven, in zijn huis was het veel veili
ger. Wij hebben hem toen teruggebracht en zijn die
nacht daar ook gebleven.
Ik nam me voor om alvast een aantal zaken uit ons huis
te halen, daarmee wilde ik de volgende dag zo gauw
mogelijk beginnen. Maar eerst moest ik die dag bon
kaarten halen te St.Pancras in café Spoorzicht. Daar
hield het distributiekantoor zitting. Dit zou om 9 uur
open gaan en ik was daar op die tijd aanwezig. Behalve
voor onszelf moest ik voor nog meer mensen van de
Hoornse weg bonkaarten meenemen. Echter, er was nog
geen distributieambtenaar te bekennen. Pas om tien uur
verschenen ze, begeleid door politieagent Mees van
Slooten. Ze waren opgehouden in Koedijk.
Ik werd meteen geholpen. Mees van Slooten zei toen
tegen me: "Jij moet zorgen dat je zo gauw mogelijk
thuis komt. Want de reden, dat we werden opgehouden is
dat zoéven de Ortskommandant op het gemeentehuis van
Koedijk was en vroeg om drie huizen van goed gesitu
eerde burgers aan te wijzen, want die wil hij in brand
steken. En toen zijn jullie huis en die van de buren
aangewezen
Moest je horen: Wij goed gesitueerde burgers We
woonden in een huurhuis, mijn man was tuinder en we
moesten van 10,-- in de week leven.
(Later heb ik wel eens gehoord, dat men het niet op Koedijk
kanaal wilde hebben en dat onze huizen, die nogal vrij stonden,
daarom werden aangewezen)